De Eerste Kamer behandelt de Instellingswet voor de Autoriteit Consument en Markt onder tijdsdruk. Op 30 oktober heeft de vaste commissie voor EL&I in de Senaat het wetsvoorstel besproken. Het voorlopig verslag is op 31 oktober vastgesteld. Als de minister erin slaagt op 2 november de vragen te beantwoorden, zal de ACM op 6 november in nadere procedure worden besproken in de Eerste Kamer.
De lijst vragen vanuit de Senaat is echter aanzienlijk. VVD, PvdA, CDA, PVV en D66 bekritiseren de keuze van het kabinet om de ACM de rechtspositie van ‘klein ZBO’ te geven, waarin het bestuur zelfstandig is, maar het personeel in dienst van EL&I. Ze willen dat de ACM een zelfstandig bestuursorgaan wordt, (ZBO) net als Opta nu. De partijen zijn ook kritisch over de hoeveel ruimte die de toezichthouder krijgt om zelf beleidsregels te ontwikkelen. Een meerderheid vindt die ruimte te groot.
De VVD heeft ook absolute bezwaren bij de in haar ogen te ruime bevoegdheid voor de ACM om informatie uit te wisselen met andere (buitenlandse) toezichthouders. Overigens is deze opvatting enigszins in strijd met de wens dat bedrijven minder vaak bezoek krijgen van verschillende toezichthouders.
Alom bekritiseren de partijen de situatie van twee wetstrajecten: de instellingswet die nu voorligt en de materiële wet die de bevoegdheden, boeteregels en procedures vastlegt. De materiële wet is nog niet klaar om bij de Tweede Kamer te worden ingediend. Die gescheiden behandeling belemmert de discussie over alle andere onderwerpen. VVD vreest over een jaar wederom voor een fait accompli te worden gesteld. D66 informeert of het mogelijk is om met de huidige bevoegdheden verder te gaan en de materiële wet te vertragen.
