Organisaties zijn nog steeds niet klaar met het invoeren van alles dat nodig is - processen, technologie - om te voldoen aan de privacywet AVG die op 25 mei 2018 van kracht wordt. Dat stellen PwC en Capgemini los van elkaar in onderzoeken.
Volgens consultancy- en adviesorganisatie PwC blijkt dat slechts 42 procent van 385 onderzochte organisaties verwacht klaar te zijn voor de strengere privacyregels. Capgemini heeft het over 82 procent van organisaties in de VS en Europa die niet op tijd klaar denken te zijn. In Nederland gaat het om 82 procent.
PwC noemt het opvallend dat bij eenzelfde onderzoek een jaar eerder een groter deel - 52 procent - van de organisaties aangaf dat ze op tijd klaar zouden zijn om aan de AVG/GDPR te voldoen. Toen was echter nog onduidelijk waar men allemaal precies aan moest voldoen. Sindsdien heeft de verantwoordelijk toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens (AP) veel gepubliceerd over de wettelijke eisen.
Net op tijd uitvoeringswet aangenomen
Voorbeelden zijn het precies bijhouden welke persoonsgegevens waarom worden opgeslagen of verwerkt, het melden van een datalek (in Nederland al sinds 2016 verplicht) en het aanstellen van een functionaris gegevensbescherming. Ook hebben consumenten een vergeetrecht, waarmee zij mogen eisen dat gegevens die niet meer nodig zijn voor bijvoorbeeld een transactie of medische behandeling, verwijderd worden. Verder heeft Nederland net op tijd de uitvoeringswet AVG aangenomen die nodig is om de regels kracht van wet te geven. Veel EU-lidstaten zullen niet tijdig voldoen.
PwC geeft aan dat uit het huidige onderzoek ook blijkt dat veel organisaties niet voldeden aan de huidige Wet Bescherming persoonsgegevens (WPb). Die stelt het sinds 2016 verplicht om datalekken te melden bij de AP. Slechts de helft van de ondervraagde organisaties hield een overzicht bij van datalekken.
Capgemini: 82% niet op tijd klaar
Capgemini komt met nog slechtere resultaten dan PwC. 82 procent van de organisaties is op 25 mei nog niet klaar om aan de AVG te voldoen. Eind 2018 zal dat nog altijd 75 procent zijn. Britse bedrijven zijn het verst gevorderd, ondanks het feit dat slechts 55 procent aangeeft dat zij grotendeels of volledig aan de richtlijn zullen voldoen. Spanje (54%), Duitsland (51%) en Nederland (51%) volgen. Slechts 33 procent van de Zweedse bedrijven zal zich op tijd grotendeels of volledig aan de richtlijn houden, waarmee het land hekkensluiter is.
