De vier netwerkoperators in Nederland hadden nog steeds te kampen met prijsdruk door sterke concurrentie, een lagere buiten-de-bundelomzet, veranderend consumentengedrag en lagere roaming-tarieven. De jaarlijkse omzet uit mobiele diensten kromp het sterkst bij T-Mobile, waardoor ook het marktaandeel van deze operator afnam. De omzet van KPN en Vodafone bleef relatief stabiel, terwijl Tele2 een bescheiden marktaandeel behaalde.
Alleen Vodafone en Tele2 behaalden vorig jaar een omzetgroei. De omzet van Vodafone steeg met 0,2 procent naar een marktaandeel van 33,6 procent. De omzet van KPN kromp met 0,6 procent en de operator kwam daarmee uit op een marktaandeel van 41,1 procent. De omzet van T-Mobile daalde met 14,3 procent, waarmee diens marktaandeel afnam naar 21,9 procent. Het marktaandeel van nieuwkomer Tele2 kwam vorig jaar uit op 3,4 procent.
De afnemende krimp in de markt voor mobiele diensten is het gevolg van een verminderde impact van prijsdaling als gevolg van regelgeving. Daarnaast neem het gebruik van en de omzet uit mobiele data toe, wat de dalende omzet uit spraak en sms deels compenseert. In het vierde kwartaal, doorgaans zwakker dan het derde kwartaal, kromp de omzet met 5,5 procent op jaarbasis naar 1,2 miljard euro. T-Mobile liet ook in deze periode de sterkste omzetdaling zien.
Op basis van de resultaten uit het vierde kwartaal en de huidige marktinvloeden heeft Telecompaper zijn verwachting voor de komende vijf jaar bijgesteld. Naar verwachting zal de mobiele markt in Nederland in 2016 met 1,5 procent krimpen naar een omzet van 4,9 miljard euro. Tot en met 2020 zal de markt krimpen met een jaarlijks gemiddelde van 0,7 procent, naar een omzet van 4,8 miljard euro in 2020.
Deze voorspelling is gebaseerd op de verwachting dat de concurrentie tussen de vier operators de komende jaren sterker zal worden en dat de groei van de inkomsten uit data de krimp uit de omzet uit spraak niet volledig zal compenseren. Andere negatieve factoren zijn de impact van regelgeving, met de op handen zijnde afschaffing van roaming-kosten in de EU, en het toenemende gebruik van OTT- en WiFi-diensten.
