Nederlanders die thuiswerken blijken thuis vaak een minder goede werkplek te hebben dan op kantoor, zo blijkt uit het Telecompaper Working From Home-rapport 2021 Q1. Nederlanders werken thuis relatief vaak in ruimtes die niet speciaal ingericht zijn om in te werken en bovendien niet ergonomisch uitgerust zijn. Daardoor liggen gezondheidsklachten op de loer. Vaak krijgen werknemers ook geen vergoeding voor de telecomvoorzieningen die zij gebruiken bij het thuiswerken. Nu duidelijk is dat thuiswerken de nieuwe norm wordt, zouden veel werkgevers er waarschijnlijk goed aan doen om hun thuiswerkbeleid te herzien en waar nodig aan te passen.
45 procent van de Nederlanders gaf in het eerste kwartaal van 2021 aan thuis te werken. Van die mensen geeft 37 procent aan een aparte werkruimte te hebben. Een meerderheid heeft dus geen apart thuiskantoor ingericht. Vooral de woonkamer blijkt met 30 procent een populaire werkplek voor Nederlanders die thuiswerken. De rest van de thuiswerkers werkt in de slaapkamer of keuken of zegt af te wisselen.
Van deze werkplekken is slechts een kwart ergonomisch ingericht. Vooral jongeren in de leeftijdsgroep 18-30 hebben relatief zelden een ergonomische werkplek (17%). Vier op de tien thuiswerkers zegt wel een gemeubileerde werkplek te hebben, maar beschouwt deze niet als ergonomisch. Bijna de helft (48%) van de thuiswerkers vindt de werkplek thuis slechter dan die op kantoor.
De slecht ingerichte werkplekken kunnen gezondheidsklachten tot gevolg hebben. In een enquête onder CNV-leden zei bijvoorbeeld 38 procent van de deelnemers vaker last te hebben van de schouders, nek of armen sinds het thuiswerken door coronamaatregelen. Het advies van ArboNed luidt: meer bewegen en de werkplek goed inrichten. Hier zou een rol kunnen liggen voor de werkgevers, die een goede werkplek kunnen faciliteren door hun werknemers van goede thuiswerkspullen te voorzien, zoals een ergonomisch toetsenbord en een goede bureaustoel.
Thuiswerkers moeten vaak zelf kosten dragen
Daarnaast geven thuiswerkers vaak aan zelf verantwoordelijk te zijn voor hun internet en bijkomende kosten. Vier op de tien thuiswerkers gebruikt een eigen pc of laptop en 83 procent van de mensen die thuiswerken gebruikt zijn ‘eigen’ privé internet, zonder daar compensatie voor te krijgen. Van de 17 procent van de mensen die wel compensatie krijgt, krijgen de meeste EUR 20 tot EUR 30, vaak niet genoeg om een goed internetabonnement af te sluiten.
Door de coronamaatregelen moeten vaak meerdere mensen tegelijkertijd thuiswerken, soms ook in verschillende kamers. Daardoor is het belangrijk dat overal in huis goede Wi-Fi is. Providers zetten hierop in door promoties te houden met Wi-Fi-extenders (smart Wifiboosters bij VodafoneZiggo, SuperWifi bij KPN en Wifi Plus van T-Mobile). Inmiddels zegt vier van de tien thuiswerkers product in huis te hebben dat de Wi-Fi thuis verbetert, zoals een extender of een mesh set.
De meeste medewerkers zullen waarschijnlijk voor de coronacrisis al privé gebruik gemaakt hebben van een groot deel van de hierboven genoemde voorzieningen. Door het opgelegde thuiswerkbeleid zijn zij dit ook voor hun werk gaan gebruiken. Nu duidelijk is dat gedeeltelijk thuiswerken waarschijnlijk de nieuwe norm wordt, is het voor werkgevers verstandig om het beleid op het gebied van thuiswerkplekken en telecomvergoedingen te herzien.
Het Working from Home-rapport over het eerste kwartaal van 2021 van Telecompaper geeft een diepgaande analyse van de telecomfaciliteiten die thuiswerkers tot hun beschikking hebben. Zoals breedband, mobiel internet en of ze daar financiële compensatie voor krijgen. Ook de marktaandelen van Teams, Skype, Zoom en andere diensten voor videogesprekken worden uitgelicht. Het rapport is gebaseerd op eigen representatief onderzoek binnen het Telecompaper Consumer Insights Panel onder 1250 respondenten per kwartaal. Voor meer informatie of een analyse op maat, kunt u contact opnemen met research@telecompaper.com.
