Werkgevers verzetten zich tegen de eis van vakbonden om het recht op thuiswerken wettelijk vast te leggen, schrijft het FD. Werkgeversvereniging AWVN stelt dat werkgevers en werknemers met elkaar afspraken kunnen maken, via de ondernemingsraad of het arbeidsvoorwaardenoverleg.
AWVN ziet een initiatief-wetsvoorstel van D66 en GroenLinks “een oplossing op zoek naar een probleem”. Daarmee ligt een stevig conflict met de bonden op de loer. Het ‘hybride werken’ is sinds het uitbreken van de coronapandemie de norm geworden. Veel mensen hebben een periode volledig vanuit huis gewerkt.
Minder dagen op kantoor
Vaak is drie dagen per week op kantoor nu de gewoonte geworden. Meer dan de helft van de werkgevers, vooral grote bedrijven, verstrekken hun personeel momenteel al een thuiswerkvergoeding van tussen de EUR 26 en EUR 43 netto per maand, blijkt volgens FD uit een enquête van AWVN onder werkgevers.
Die zien echter niets in het initiatief-wetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’. Daarin staat dat de werkgever moet aantonen dat er een zwaarwegend bedrijfsbelang is tégen of vóór thuiswerken. AWVN noemt dat een veel te hoge drempel, terwijl er allerlei redenen zijn om thuiswerken te begrenzen.
Vergoedingen en regelingen veranderen
Volgens de vakbonden hebben werknemers nu te weinig te zeggen over hun werkplek. De FNV wil het hybride werken agenderen bij de Sociaal-Economische Raad (SER) en wil ook een wettelijke verankering. Vakbond CNV klaagde dat veel werkgevers de reiskostenvergoedingen terugschroeven, maar daar geen thuiswerkvergoeding tegenover stellen. De werkgevers laten zien dat het aantal alternatieve regelingen groeit. Twee derde van de werkgevers heeft de mobiliteitsregeling aangepast of overweegt dat.
Het ministerie van Financiën heeft aangekondigd dat de thuiswerkvergoeding net als de woon-werkvergoeding gericht zal worden vrijgesteld in de loonbelasting. Dan hoeven bedrijven de vergoeding niet meer te financieren uit de vrije ruimte in de werkkostenregeling. Tweederde van de werkgevers ervaart dit nu als een probleem, volgens het rapport.
