De onderhandelingen tussen de Europese Unie en de VS over een nieuwe Safe-Harbour overeenkomst zullen niet op korte termijn afgerond worden. Dat stelt minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) in antwoord op Kamervragen.
De Europese Commissie heeft zichzelf tot doel gesteld uiterlijk in januari 2016 met een ontwerpverdrag te komen dat de in oktober ongeldig verklaarde Safe Harbour-overeenkomst uit 2011 moet vervangen. Deze overeenkomst bepaalde voor circa 4.000 bedrijven uit Europa en de VS hoe gegevens van Europese burgers en organisaties naar de VS getransporteerd en opgeslagen mochten worden.
Al in 2013 begon de Europese Commissie met onderhandelingen om onder meer het Safe Harbour-verdrag aan te passen aan nieuwe digitale ontwikkelingen en in het licht van grootschalige Amerikaanse aftappraktijken. Het Europees Hof bepaalde begin oktober dat de privacy van gegevens van EU-burgers zoals op social media niet voldoende gewaarborgd is in de VS.
Van der Steur stelt nu dat het dossier opnieuw beoordeeld moet worden in het licht van het arrest van het Hof en dat dit veel tijd vergt. Op meerdere punten moeten de onderhandelingen volgens de minister van V&J inhoudelijk nog beginnen.
Eerder deze week meldde Reuters dat de EC onder meer een rol wil voor de lokale privacytoezichthouders van EU-lidstaten in een nieuw verdrag voor dataverkeer. De Europese Artikel 29-werkgroep, waarin al deze privacytoezichthouders verenigd zijn, stelt dat er uiterlijk begin februari 2016 een nieuw verdrag moet liggen. Anders kan het zijn dat Amerikaanse bedrijven die gegevens van EU-burgers in de VS opslaan, boetes gaan krijgen. De EC verklaarde daarop dat dit in de praktijk niet zo snel het geval zal zijn.
