De Nederlandse regering is maar deels tevreden over het voorstel van de Europese Commissie om de wholesale-tarieven voor EU-roaming te verlagen. Dat blijkt uit de brief van minister Kamp van Economische Zaken aan de Tweede Kamer. EZ vindt de tarieven nog steeds te hoog, maar schat in dat de zuidelijke landen een verdere daling kunnen blokkeren.
Het streven is om overal in de EU roam-like-at-home in te voeren, waarbij het vanaf 15 juli 2017 niet meer uitmaakt in welk land de eindgebruiker zit. Hoge wholesalekosten zijn hiervoor een barrière. In het voorstel dalen de tariefplafonds naar 4 cent per minuut, 1 cent per verstuurde sms en 0,85 cent per MB data. De huidige plafonds zijn 5 cent, 2 cent en 5 cent. Bij data is de daling dus het grootst.
Er zit echter Europees gezien een onbalans in de volumes van het roaming verkeer. De huidige tarieven pakken daardoor voordelig uit voor netwerken die veel inkomend roamingverkeer verwerken, zoals die aan de Middellandse Zee. Omgekeerd is het nadelig voor operators wier klanten vaak naar het buitenland gaan: het is moeilijk of zelfs onmogelijk om de hogere wholesalekosten in het buitenland terug te verdienen in de eigen tarieven.
De Europese Commissie zegt dat bij ongewijzigde tarieven 20 procent van de mobiele operators en zes van de 28 landen verlies maken. Een verlaging is daarom noodzaak. Tegelijkertijd wil de Europese Commissie de ontvangende netwerken genoeg inkomsten gunnen om hun masten te kunnen onderhouden.
Nederland steunt de afweging van de Europese Commissie, die heeft geprobeerd een balans te vinden tussen tegenstrijdige belangen van landen en mobiele operators. Het kabinet erkent dit, maar denkt dat de voorgestelde tarieven te hoog zijn. “(…) de Europese Commissie lijkt de kosten van bezochte netwerken ruim te hebben ingeschat, waardoor sommige bezochte netwerken flinke marges bovenop de werkelijke kosten kunnen verdienen.” Daarnaast zouden er nog steeds operators zijn die verlies maken bij hun binnenlandse tarieven.
Dit krachtenveld is ook zichtbaar in de stemverhoudingen in de Europese Raad. De operators met veel inkomend roamingverkeer vinden de tariefplafonds te laag. De grote Europese operators sluiten zich hierbij aan, hoewel die makkelijker on-net verkeer kunnen verrekenen tussen hun dochterbedrijven in verschillende landen. Lidstaten met netto inkomend reisverkeer, vooral de traditionele vakantielanden, scharen zich achter deze telecombedrijven.
Telecombedrijven die roaming moeten inkopen en MVNO’s vinden de tarieven te hoog en worden daarin gesteund door de lidstaten met netto uitgaand reisverkeer, zoals de noordelijke landen. De eerste groep heeft echter veel invloed op de stemverhoudingen binnen de Europese Raad en een verdere verlaging lijkt daardoor niet haalbaar.
Het Europees Parlement lijkt voorstander van lagere tariefplafonds. Uit de eerste reacties blijkt bezorgdheid dat sommige operators alsnog genoodzaakt worden om hun binnenlandse tarieven te verhogen. RLAH kan dan politiek gezien geen succes meer worden genoemd.
Het Europees Parlement ziet ook weinig in de nieuwe uitzonderingsgrond die de Europese Commissie wil introduceren. Operators kunnen als ze dat willen onderling afspraken maken over te verwachten volumes en hun tarieven. Ze zijn dan niet meer gebonden aan de wholesale tariefplafonds.
