
Google reageerde woest op een artikel in de Wall Street Journal. Daarin werd gesteld dat Google de principes van ‘net neutrality’ met voeten treedt door overeenkomsten te sluiten met ISP’s om Google-servers te plaatsen in de netwerken van kabel- en telecomoperators. Google zou zich op deze manier een ‘fast lane’ tot het internet willen verschaffen, ten koste van de resterende bandbreedte en dus ten koste van de kwaliteit van andere contentaanbieders op internet.
Net neutrality is vooalsnog een vereiste van de FCC en betekent dat ISP’s geen onderscheid mogen maken tussen de diverse vormen van content. Het principe is bovendien verbonden als voorwaarde aan de goedkeuring van een aantal grote fusies in de VS. Medio volgend jaar echter is in beginsel een wijziging mogelijk in de regelgeving. Overigens leidde het principe dit jaar ook tot een verbod op het afremmen van BitTorrent-verkeer door Comcast, het grootste Amerikaanse kabelbedrijf. In plaats daarvan heeft Comcast nu een ander ‘traffic management’ principe ingevoerd: bij grote drukte wordt niet een bepaald protocol (zoals peer-to-peer file sharing) gefrustreerd, maar wordt de bandbreedte van zware gebruikers afgeknepen.
Vooralsnog is het probleem vooral een Amerikaans probleem. Daar dreigt echter verandering in te komen nu het Britse Virgin Media de omgekeerde weg dreigt te gaan bewandelen die Comcast is gegaan: Virgin knijpt momenteel in sommige gevallen zware gebruikers af, maar wil volgend jaar BitTorrent verkeer gaan aanpakken. Daarmee zou de net neutrality problematiek naar Europa kunnen overwaaien.
Google heeft zich altijd opgeworpen als groot voorstander van net neutrality. Ook gezaghebbende figuren als Lawrence Lessig, hoogleraar in Stamford, verdedigen het principe om het innovatieve karakter van internet te waarborgen. Immers, als contentleveranciers een ‘fast lane’ bij een ISP zouden kunnen reserveren, dan zouden grote partijen een voordeel hebben ten opzichte van kleine start-ups, waardoor de innovatie in gevaar zou kunnen komen. Lessig reageerde dan ook verbolgen omdat de Wall Street Journal hem ten onrechte een meningswijziging toedichtte.
Wat nu te denken van deze OpenEdge en Google Global Cache diensten die Google sinds begin 2008 uitrolt? Dat Google zijn servers dichter bij de eindklant plaatst, is volledig te begrijpen omdat het de kwaliteit ten goede komt en de belasting van het internet reduceert. Google is eigenaar van YouTube, dat wel een ronde kwaliteitsverbetering kan gebruiken, zeker nu het ook reguliere tv-content aanbiedt en dus de concurrentie aangaat met andere tv-platforms. Het enige ongebruikelijke is het feit dat Google dit zelf doet, waar minder kapitaalkrachtige partijen de hulp inroepen van een CDN (content delivery network) zoals Akamai of Limelight. Het reserveren van een ‘fast lane’ is in het geheel niet aan de orde, zoals Google zelf benadrukt. Het verhaal in de Wall Street Journal is dus niets meer of minder dan een broodje aap.