Het gevecht om de OTT-markt is definitief losgebroken

Commentary General Global 7 SEP 2010
Het gevecht om de OTT-markt is definitief losgebroken

Als gevolg van twee grote beurzen rond consumentenelektronica, de IFA in Berlijn en IBC in Amsterdam, regent het nieuws over de ‘connected TV’ en over-the-top (OTT) content. Daarbij eisen allerlei spelers, produkten en diensten de aandacht op. Wat is ‘connected TV’ eigenlijk? Google en zijn partners omschrijven het wel als ‘the marriage of TV and Internet’. Het gaat dan ook verder dan alleen de content op je PC (foto’s, muziek, films) afspelen op de TV, wat media players zoals de PCzapper doen. Maar behoort place-shifting (wat de Sling Box doet: je eigen content, inclusief TV, via een breedbandverbinding overal ter wereld kunnen bekijken) ook tot hybrid TV? En het TV Everywhere initiatief van de Amerikaanse operators? En het Nederlandse Your.TV, dat geen web-content maar bestaande digitale kanalen over-the-top naar de TV wil brengen? En welke rol spelen de BBC, dat net een nieuwe iPlayer gepresenteerd heeft, en Hulu, dat naast gratis catch-up TV nu ook extra content aanbiedt, tegen betaling?

Het directe gevolg van de lastige afbakening is dat alle participanten in de waardeketen zich op deze markt storten. Software-ontwikkelaars, hardware fabrikanten en operators, van Google, Yahoo! en Apple via Amino, Sony en Philips tot Vodafone, UPC en Telus (Canada). Dat werpt de vraag op: wie gaat de slag winnen, wie gaat hieraan verdienen?

Binnenkort komen wij met een nieuw rapport en als voorproefje staan we kort stil bij de kanshebbers:

• Software-ontwikkelaars: er zijn tal van spelers die afhankelijk zijn van hardware-makers voor de distributie van het produkt. Google TV is een voorbeeld en mikt op een ecosysteem met hardware (Sony, Logitech), operators (Dish) en zelfs een retailer (Best Buy). Daarnaast is het mogelijk dat de operator via specificaties het gebruik van bepaalde software voorschrijft, zoals Liberty Global dat Samsung de opdracht heeft gegeven een box te maken met software van Nagravision en NDS. Er zijn echter nog veel meer spelers op de markt, vaak start-ups zoals het Nederlandse Metrological, en een shake-out lijkt op termijn dan ook onafwendbaar.
• Box-makers: diverse kleine partijen maar vooral Apple kiezen een ‘direct-to-consumer’ strategie voor hun nieuwe box. Apple heeft mee dat het een goede naam heeft, vele trouwe gebruikers (denk Mac, iPod, iPad) en bovendien: 160 miljoen iTunes gebruikers met wie het ook nog eeens een billing relatie heeft. Apple lijkt dan ook kansrijk, maar voor de talloze kleine makers zijn de vooruitzichten minder goed. Daarnaast zijn er de traditionele makers van set-top boxen, zoals Pace, Motorola, Technicolor (voorheen Thomson), Scientific-Atlanta (Cisco) en Humax. Zij zijn in beginsel goed gepositioneerd vanwege hun bestaande banden met operators. Als zij erin slagen een ‘next-generation’ STB te ontwikkelen, dan is de kans groot dat zij die kwijt kunnen aan hun bestaande of nieuwe klanten. Samsung (zie boven) is een voorbeeld, maar ook Amino, dat levert aan Telecom Italia.
• Televisie-fabrikanten: Ook Sony, Philips, LG, Panasonic, Sharp en andere storten zich met een ‘direct-to-consumer’ strategie op deze markt. Zij hebben een sterke naam op de consumentenmarkt en recente content deals van Philips bewijzen dat zij ook de nodige zwaarte hebben om zich te verzekeren van goede content. Voorbeelden zijn de Net TV van Philips, Internet@TV van Samsung, NetCast van LG, Viera Cast van Panasonic en Aquos Net+ van Sharp.
• Operators: de ‘direct-to-consumer’ strategie dreigt operators buiten spel te zetten, maar de aanbieders van kabel-, satelliet- of IP-televisie lijken goede kansen te hebben. Zij hebben een sterke relatie met de eindgebruiker en kunnen aansturen op een next-gen STB. Zoals wij al eerder betoogden (zie ons commentaar ‘De tijd begint te dringen voor operators die aan OTT willen verdienen’), de tijd is er rijp voor en zij moeten partijen als Apple en Sony niet de kaas van hun brood laten eten. Een nieuwe TV staat al gauw voor een jaar of zeven in de huiskamer, dus iedere verkochte connected TV betekent de komende jaren waarschijnlijk één klant minder voor geavanceerde digitale diensten van de operator.

Concluderend: het aanwijzen van winnaars is lastig. ‘Content is king’, maar tegelijk is het de vraag of contentproducenten kunnen verdienen aan OTT. ‘De beste hardware en software komt vanzelf boven drijven’, maar ook dat is niet altijd het geval: zie de strijd in de videorecorderwereld tussen VHS (JVC), Betamax (Sony) en Video 2000 (Philips). ‘Google en Apple hebben een ijzersterke merknaam’, maar de vraag is of dat voldoende is. ‘Operators zijn de gatekeepers’, maar zij kunnen omzeild worden in een OTT-wereld, zowel door boxmakers als door makers van connected TV’s.

Het is lastig, niet in de laatste plaats voor operators, om nog door de bomen het bos te zien. Telecompaper draagt gaarne zijn steentje bij en heeft over het onderwerp inmiddels een viertal Research Briefs gepubliceerd, terwijl een vijfde in voorbereiding is. Ook tijdens ons Breedband NL 2010 congres op 13 oktober in Rotterdam zal ‘hybrid TV’ ruime aandacht krijgen.

Categorieën:

Regio's:

Gerelateerde artikelen