
Terwijl WiFi aan een tweede jeugd begint, lanceert Vodafone Nederland de femtocell voor zowel de consumenten- als de zakelijke markt. De prijs is 85 euro en de maximale snelheid is 14/5 Mbps. Een femtocell (SignaalPlus Plug & Play) kan opengezet worden voor een selectief aantal telefoonnummers (maximaal 32) of voor alle Vodafone-abonnees. De afwikkeling van een sessie vindt plaats over de aanwezige breedbandverbinding.
De femtocell wordt in de markt gezet als instrument voor het verbeteren van de netwerkdekking van Vodafone binnenshuis en is dus wel afhankelijk van de aanwezigheid van een behoorlijke breedbandverbinding. Het gebruik van voice, SMS en data gaat ‘gewoon’ ten laste van de bundel. Skype en andere VoIP-apps worden niet geblokkeerd, tenzij er nog een oud Vodafone abonnement in het spel is.
De femtocell (of picocell) is, na een moeizame start, door verschillende operators gelanceerd, zoals Sprint (VS), Telefonica (Europa en Latijns-Amerika), Vodafone (VK), SFR (Frankrijk) en SKT (Zuid-Korea).
Het introduceren van femtocellen is vanuit de operator gezien een slimme zet: de netwerkdekking verbetert, terwijl de investering voor het grootste deel wordt afgewenteld op de abonnee. Die moet immers niet alleen de femtocell kopen, maar zorgt ook voor de backhaul via zijn eigen breedbandverbinding. De marketingafdeling heeft hierdoor een uitdaging: hoe overtuig je de abonnee ervan dat hij Vodafone op deze manier te hulp moet schieten? En tevens is er een impuls bij de concurrentie om Vodafone’s lancering onderuit te halen: “Stap maar over naar ons, dan heb je zo’n femtocell helemaal niet nodig, want het bouwen van een goed netwerk is onze verantwoordelijkheid.”
Het tweede probleem heet WiFi. Deze technologie, in licentievrij spectrum, is inmiddels zo breed beschikbaar, dat de komst van de femtocell rijkelijk laat genoemd kan worden. Bovendien zorgt WiFi ervoor dat je niet te snel door je databundel heen schiet, terwijl de femtocell je niet beschermt tegen dure ‘overage’ MB’s.
En als het om de zakelijke markt gaat, met gebruikers bij verschillende operators, dan is de toepasbaarheid beperkt omdat niet iedereen abonnee is bij Vodafone.
Enkele jaren geleden schoten de WiFi-projecten, dijkwijls geleid door gemeenten, als paddestoelen uit de grond. Financiele problemen leidden in veel gevallen naar de ondergang, maar inmiddels hebben veel partijen zich erbij neergelegd dat WiFi in veel gevallen maar beter een gratis dienst behoort te zijn. Soms echter is een trage variant gratis en moet voor de snellere betaald worden. Recente voorbeelden zijn Rijssen-Holten en Veenendaal in Nederland, O2 en Virgin Media in Londen en Google in Kansas City (als uitbreiding van het lokale glasvezelnetwerk). En dan is er nog het WiFi-plan van Ziggo, nota bene een wholesaleklant van Vodafone, dat erin voorziet dat WiFi een alternatief voor een mobiel netwerk moet worden.
Conclusie: het is zeer de vraag of Vodafone de femtocell weet te slijten in een land waar het bereik van WiFi alleen maar toeneemt.