
CEO Dominique Leroy van Proximus geeft een draai aan de discussie rond netneutraliteit om een bekend thema te herintroduceren. Google, Facebook en Netflix hebben steeds meer capaciteit nodig, terwijl zij er niets voor betalen, zo is haar stelling. Het is teleurstellend om dit achterhaalde standpunt te moeten vernemen van de CEO van een belangrijke telecomonderneming.
Tegelijk zal de VS zich moeten neerleggen bij een markt zonder NN-regulering. Voordeel daarvan is dat proefondervindelijk zal worden vastgesteld of deze noodzakelijk is.
VS zal proefondervindelijk vaststellen of NN-regeluring nodig is
Eerst een kort woord over netneutraliteit. Het is een dermate gecompliceerd onderwerp, dat het lastig is een afgewogen standpunt in te nemen. Operators moeten altijd aan 'traffic management' doen om schaarse capaciteit goed te verdelen. Daarbij draait het niet alleen om bandbreedte, maar ook om kwaliteit, zoals Vodafone onlangs benadrukte. NN is sinds kort weer in het nieuws door het terugdraaien van NN-wetgeving in de VS. Waar enkele jaren geleden operators tegen de FCC zeiden dat NN-wetgeving niet nodig was omdat ze zich sowieso in lijn daarmee zouden gedragen, daar treedt de FCC nu terug en moet de FTC de markt in de gaten gaan houden.
Het zal moeten blijken of 'throttling' en 'blocking' gaan voorkomen. De grote internetbedrijven zijn voorstander van NN-wetgeving, terwijl juist zij op papier kunnen profiteren van het afschaffen. Overigens kwamen gematigde Republikeinen met een wetsvoorstel om de partijen te verzoenen. Positief is dat nu proefondervindelijk kan worden vastgesteld hoe de markt zich zal gedragen bij afwezigheid van NN-regulering.
Internet majors kunnen niet bijdragen aan breedbandinvesteringen
Dan de stelling van Leroy en waarom deze volledig door het ijs zakt. De stelling dook jaren geleden op in de VS en werd door onder meer Ad Scheepbouwer (toenmalig CEO van KPN) overgenomen. Bij zijn vertrek in 2011 echter kwam hij er op terug. Ook Eelco Blok liep in de val en wellicht komt ook hij, bij zijn aanstaande aftreden, tot het inzicht dat dit niet kan werken. De argumenten tegen de stelling zijn als volgt.
- Het is in strijd met de geldstroom. ISP's (operators) worden betaald door eindgebruikers. Op hen dienen zij de kosten te verhalen. Dat de breedbandmarkt competitief is en weinig ruimte biedt voor prijsverhogingen, staat daar los van. Van dat laatste is de afgelopen jaren overigens nauwelijks sprake meer, gelet op de jaarlijkse prijsverhogingen bij o.a. KPN en Ziggo.
- Google, Facebook en Netflix investeren miljarden in infrastructuur. Denk aan datacenters, 'sub-marine' glasvezelverbindingen en cachenetwerken in de centrales van operators. Als het om investeren gaat, dan is de 'last mile' het domein van de operator, niet dat van de internet majors.
- Ook in andere sectoren betalen 'upstream' partners niet mee aan de 'last mile' infrastructuurkosten. Denk aan omroepen, die juist geld ontvangen van de operators voor het doorgeven van kanalen (content). Het electriciteitsnetwerk kan dienen als analogie: fabrikanten zoals Philips zorgen ervoor dat consumenten stroom gebruiken, maar betalen niet mee aan de kosten van het electriciteitsnetwerk.
- Een simpele rekensom toont dat Google, Facebook en Netflix niet kunnen meebetalen. De vrije kasstroom (volgens hun eigen definitie) van deze bedrijven over de afgelopen 12 maanden was grofweg +24 miljard, +16 miljard en -2 miljard US dollar. Zelfs als we daar een flink deel van zouden nemen (zeg 10%), dan hebben we het over 3,8 miljard dollar, te verdelen over wereldwijd pakweg 3 miljard vaste breedbandlijnen en 7 miljard mobiele. Dat komt neer op een bijdrage van deze drie partijen van nog geen dollar per jaar per lijn. Volstrekt insignificant dus.