Strijd over gespreksafgifte is nu wel gestreden

Commentaar Mobiel Nederland 2 SEP 2011
Strijd over gespreksafgifte is nu wel gestreden

De beroepsrechter heeft de tariefregulering van Opta voor gespreksafgifte vernietigd, maar wel een tarief vastgesteld tot en met 2012 en daarna. De precieze implicaties van het vonnis moeten nader worden bestudeerd, zeggen marktpartijen. De belangrijkste implicatie, definitief ook, is dat operators 1,2 cent per minuut méér mogen doorberekenen voor gespreksafgifte. Wat betekent die 1,2 cent?

Het gereguleerde MTA-tarief is per 1 september 2011 verlaagd van 4,2 cent naar 2,7 cent per minuut. Over een jaar volgt nog een laatste stap, naar 2,4 cent per minuut. Opta wilde echter verder omlaag naar 1,2 cent per minuut. Het vonnis van het CBb scheelt de operators daardoor 1,2 cent als marge op iedere belminuut.

KPN zegt dat het vonnis geen materiële impact zal hebben op de groepsresultaten. Die verwachting geldt echter voor de gecombineerde omzet van Duitsland, Nederland en België over heel 2012. De Nederlandse verlaging in het vierde kwartaal van 2012 heeft daar inderdaad relatief weinig invloed op.

Bij de Nederlandse Q2-cijfers werd echter ook gemeld dat de MTA-regulering een impact van 53 miljoen euro had op de omzet en 12 miljoen op de EBITDA. Dan gaat het om de al uitgevoerde verlaging van 7,0 cent naar 4,2 cent, een verschil van 2,8 cent per minuut. Nemen we dat cijfer als uitgangspunt, dan is het vonnis van het CBb (1,2 cent) een meevaller van ongeveer 90 miljoen euro per jaar voor de omzet en 20 miljoen voor de EBITDA van KPN. Dat is dan in 2013.

Door het vonnis valt het ‘maatschappelijk effect’ van de regulering lager uit. Opta schat het verschil op 1 à 2 euro per abonnee per jaar. Uitgaande van 20 miljoen mobiele aansluitingen in Nederland is dat dus 20 tot 40 miljoen euro. Volgens cijfers van Opta werd er in 2010 25,6 miljard minuten gebeld naar mobiele nummers, maar die 1,2 cent per minuut werd al niet doorberekend aan de consument. MTA is niet alleen een kostenpost, het levert ook inkomsten op van de andere mobiele en vaste operators. Die posten vallen deels tegen elkaar weg. Een andere reden is dat de operators de marge op een andere manier weggeven, bijvoorbeeld met een gratis telefoon.

Voor de operators is wel belangrijk dat het vonnis ook een precedent zet voor de jaren na 2012. Opta wilde een pure berekening van de kosten per minuut opleggen (BULRIC). Daarbij wordt bottom-up gemodelleerd wat voor kosten een hypothetische efficiënte aanbieder maakt voor zijn netwerk. Deze ‘pure’ methode bevat geen opslag voor andere kosten. De rechter staat echter een marge toe van 1,2 cent per minuut. De afgelopen jaren is het MTA-tarief al met 4,3 cent verlaagd en Opta heeft het grootste deel van het beoogde maatschappelijke effect al bereikt.

Eigenlijk is de strijd over gespreksafgifte nu grotendeels beslecht. Over een paar jaar komt er een nieuwe marktanalyse voor de jaren na 2012, maar waarschijnlijk met dezelfde onderliggende kosten en dezelfde methodiek – en dus dezelfde uitkomst. De Europese Commissie heeft de aandacht al verlegd naar andere tarieven waar volgens Kroes sprake is van overwinst, namelijk roaming en mobiele data. En dan is het ook niet uitgesloten dat de EC over een paar jaar overstapt op Bill & Keep (voor vast en mobiel), waardoor de MTA naar nul gaat. Dat scheelt veel gedoe.

Gerelateerde artikelen