De Rotterdamse torenflat The Red Apple mag zich de eerste eigenaar noemen van een open FTTH-netwerk in Nederland, gebaseerd op GPON-technologie. De Vereniging van Eigenaren (VvE) heeft het netwerk, tegen een prijs van 400 euro per woning, laten aanleggen. OONO, een nieuw bedrijf gestart door voormalige Reggefiber-medewerkers, treedt op als operator en de diensten worden verzorgd door Intermax (internet), Level Four (telefonie) en CAI Albrandswaard (analoge en digitale televisie). De apparatuur is geleverd door Alcatel-Lucent.
Hoe klein het nieuwe netwerk ook mag zijn, het springt in het oog in de Nederlandse markt die beheerst wordt door Reggefiber en zijn actieve point-to-point netwerken. Het is dan ook de vraag of aan de hegemonie van Reggefiber nog een einde kan komen, zeker nu KPN zich ingekocht heeft. Maar het vooruitzicht op nieuwe concurrentie kan voor de Nederlandse markt alleen maar positief zijn.
Als het gaat om FTTH-technologie lijkt de race in Nederland gelopen: Reggefiber domineert de markt en heeft gekozen voor actief ethernet over point-to-point (P2P) sternetwerken. The Red Apple toont nu echter aan dat ook GPON (gigabit passive optical networking) technologie over een point-to-multipoint netwerk de klus kan klaren. Het netwerk is eveneens open voor nieuwe operators en dienstverleners en kan symmetrische breedbandverbindingen bieden, momenteel tot 100 Mbps. In dat laatste schuilt overigens wel een toekomstige beperking, want net als in een kabelnetwerk deelt een aantal abonnees (in The Red Apple 64) een GPON-verbinding van 2,5 Gbps down en 1,25 Gbps up. Voorlopig is een gemiddelde snelheid van 40 Mbps down en 20 Mbps up ruim voldoende, maar juist hier is P2P een meer toekomstvaste oplossing.
Opvallend is ook dat OONO uitsluitend als operator wil optreden op ‘customer-owned’ netwerken. Daarmee is volledige ‘structural separation’ een feit: eigenaar, operator en dienstverlener zijn verschillende partijen. Deze keuze kan ook de entree van een nieuwe financiele partij vergemakkelijken. De Rabobank, met zijn coöperatieve karakter en bestaande infrastructuurfonds, lijkt in beginsel een uitgelezen partner voor bewonersintiatieven zoals in gebouwen als The Red Apple of zelfs hele woonwijken of bedrijventerreinen.
