Waarom de Britse veiling zo weinig opbracht

Commentary Wireless Netherlands 21 FEB 2013
Waarom de Britse veiling zo weinig opbracht
De Britse 4G-veiling heeft minder opgebracht dan waar de overheid op inzette: 2,3 versus 3,5 miljard pond. En dus ook minder dan bijvoorbeeld de Nederlandse multibandveiling van december 2012 (3,8 miljard euro). We kijken naar mogelijke redenen.

Om te beginnen: wat zijn de belangrijkste factoren die de opbrengst beïnvloeden?

  • Wat wordt er precies geveild? Hoeveel spectrum (MHz), welke banden ('laag' en 'hoog' spectrum), wat is de looptijd, hoe zijn de uitrolverplichtingen, is het technologie-neutraal, zijn er reserveringen voor nieuwkomers? Vooral op het gebied van hoeveelheid (245 MHz tegen 360 MHz in Nederland) en looptijd (onbeperkt met jaarlijkse betalingen na 20 jaar versus 17 jaar in Nederland) waren er verschillen met Nederland. Verder werd in het VK alleen spectrum in 800 en 2600 banden geveild, terwijl in Nederland daarnaast ook spectrum in de 900, 1800 en 2100 banden onder de hamer kwam.
  • Een belangrijk verschil is ook dat in Nederland niet alleen nieuwe maar ook bestaande vergunningen geveild werden. Het nieuwe Britse spectrum was daardoor niet van levensbelang voor de huidige netwerkoperators, alhoewel het spectrum wel als essentieel gezien wordt om mee te kunnen in een 4G-wereld. De vraag in het VK was vooral: hoeveel spectrum is nodig om nu en in de komende jaren een goede dienstverlening te kunnen bieden? Wellicht zagen de operators het eerder als nice-to-have dan als need-to-have.
  • Hoe groot is de addressable market? Hoeveel inwoners zijn er, wat is de penetratiegraad, hoe is de penetratie van smartphones e.d. In dit opzicht ontlopen de markten elkaar niet veel, maar het VK heeft natuurlijk wel veel meer inwoners. Maar het land is ook groter en dunbevolkter (al woont 1 op de 4 Britten in of rond Londen), wat de aanleg weer duurder maakt. En ook: is er een levendige wholesalemarkt?
  • Hoe zijn de concurrentieverhoudingen? Het VK kent vier netwerkoperators (EE, Vodafone, O2 en 3), Nederland maar drie. De Britse markt staat dan ook te boek als competitiever dan de Nederlandse.
Al met al gaat het om de te verwachten kasstromen. Daarin zit een hoge mate van onzekerheid, want een veiling is verre van een 'efficiënte markt'. Naast overwegingen zoals de bovenstaande, zijn er nog meer, zoals het opdrijven van de prijs om financiële schade aan te richten bij de concurrent. Als we berekenen wat het spectrum kost per hoofd van de bevolking, per MHz en per jaar, dan gaan we voorbij aan een aantal van de bovenstaande overwegingen. Zo is 800-spectrum op dit moment gewilder dan 2600-spectrum. Het beeld dat we hierdoor krijgen heeft dus slechts beperkte relevantie, maar opvallend is het wel:
  • Nederland (2600-veiling april 2010): 0,006 cent.
  • Duitsland (multibandveiling mei 2010): 1,0 cent.
  • België (multibandveiling maart 2011): 3,2 cent.
  • Spanje (multibandveiling juli 2011): 0,7 cent.
  • Zweden (1800-veiling oktober 2011): 0,9 cent.
  • Spanje (900-veiling november 2011): 3,9 cent.
  • België (2600-veiling november 2011): 0,4 cent.
  • Portugal (multibandveiling december 2011): 3,9 cent.
  • Denemarken (800-veiling juni 2012): 1,4 cent.
  • Ierland (multibandveiling november 2012): 2,9 cent.
  • Nederland (multibandveiling december 2012): 3,6 cent.
  • VK (multibandveiling februari 2013): 0,9 cent.
De verschillen zijn groot, maar duidelijk is wel dat 'laag' spectrum over het algemeen duurder is dan 'hoog' spectrum. De Nederlandse veiling was relatief 'duur', maar dat gold ook voor een paar andere veilingen. De Britse was bepaald een 'goedkope'. Uiteindelijk is het concurrentieniveau waarschijnlijk het grootste verschil tussen de Nederlandse en de Britse veiling. In Nederland is de concurrentie geringer, en dus heeft een vergunning meer waarde. Een vergunning creëert immers een zeer hoge entry barrier, afgezien van de wholesalemarkt waar de prijzen feitelijk door de netwerkoperators gedicteerd worden. Maar ook het feit dat er in Nederland niet alleen nice-to-have spectrum geveild werd, maar ook bestaand spectrum, speelde waarschijnlijk een rol.

Opvallend is overigens dat BT terugkeert als mobiele operator. Ooit behoorde het huidige O2 (in 2005 verkocht aan Telefonica) tot de incumbent. Nu heeft het 2600 spectrum verworven, zowel gepaard als ongepaard, al is nog niet helemaal duidelijk hoe dit ingezet gaat worden.

Related Articles