
Steeds meer Europeanen hebben online toegang tot publieke diensten. Dat blijkt uit de negende editie van het Europese e-Government Benchmark rapport dat op 21 februari is gepresenteerd. De beschikbaarheid van publieke diensten steeg van 69 procent in 2009 naar 82 procent in 2010. Hierbij is gekeken naar de beschikbaarheid van een twintigtal publieke diensten (registratie van de auto, belastingaanslag, bedrijfsregistratie etc.), twaalf voor consumenten en acht voor ondernemers. De analyse had betrekking op zo'n 10 000 websites binnen 27 Europese lidstaten, plus Kroatië, IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Turkije.
Oostenrijk, Ierland, Italië, Malta, Portugal en Zweden deden het het beste. In deze landen was de gehele lijst van twintig publieke diensten online beschikbaar. Bulgarije, Italië en Letland hebben hierbij veel progressie geboekt. Zakelijke dienstverlening is beter ontwikkeld dan die van consumenten. 55 Procent van diensten die nodig zijn om een bedrijf op te starten zijn online beschikbaar in Oostenrijk, Denemarken, Estland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Slechts 46 procent van de diensten die nodig zijn voor werkelozen zijn beschikbaar via een dedicated portal.
Online toegang tot publieke diensten was één van de pijlers van de digitale agenda van eurocommissaris Neelie Kroes. Eén op de drie burgers en vier op de vijf bedrijven moet op termijn toegang hebben tot digitale overheidsdiensten. Hoewel 70 procent van de publieke diensten nu werken met eProcurement, leidt dit nog niet tot grote financiële meevallers. In theorie kan zo'n 30 procent van de kosten voor dienstverlening worden bespaard.