
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft onlangs de regels geconsulteerd om te zorgen dat consumenten zelf hun apparatuur kunnen kiezen bij hun vaste diensten. De belangrijkste definitiekwestie is het netwerkaansluitpunt: de plek waar het netwerk van de provider ophoudt en het netwerk van de consument begint. In huis staan een modem, een router en een mediaontvanger. De eerste twee zijn meestal één apparaat.
De internetaanbieders wijzen alle uitgangspunten van de hand. Ze zeggen dat de ACM onmogelijke eisen stelt en eerst overleg moet voeren met de sector. VodafoneZiggo, KPN, T-Mobile en Delta Fiber wijzen de beleidsregel af, maar willen niet ingaan op de vertrouwelijke details. NLconnect heeft als enige grote stakeholder zijn reactie openbaar gemaakt.
Terug naar de tekentafel
NLconnect adviseert de ACM om eerst informatie te verzamelen, voordat zij een besluit neemt, blijkt uit de reactie. "NLconnect is van mening dat de vrije keuze van modems en mediaboxen meer problemen oplevert dan het oplost. Uitsluitend in situaties (bepaalde operators, bepaalde netwerken en technieken) waar de operationele complexiteit nauwelijks toeneemt, ziet NLconnect meerwaarde van een vrije keuze van modems en mediaboxen."
De aanbieders willen dat de ACM pas op de plaats maakt en overleg gaat voeren over de technische kenmerken, om daarna pas een beleidsregel te schrijven.