ACM wil met regulering investeringen in netwerken stimuleren

News Broadband Netherlands 13 MEI 2014
ACM wil met regulering investeringen in netwerken stimuleren

ACM wil dat er optimaal geïnvesteerd wordt in bestaande en nieuwe telecomnetwerken, mede om de explosieve groei van het (mobiele) datagebruik en de benodigde bandbreedte voor nieuwe toepassingen en diensten te faciliteren. Bij de regulering van de telecommarkt wil ACM de uitrol van NGN-(volgende generatie) netwerken stimuleren. Ingrijpen door ACM heeft invloed op de investeringsbeslissingen van telecombedrijven.

Op basis van vier stellingen en vragen heeft ACM de afgelopen zes weken willen inventariseren welke investeringen de bij het thema betrokken partijen (waaronder marktpartijen zoals operators en infrastructuuraanbieders, maar ook wetenschappers) gewenst achten en wat ACM kan doen of nalaten om de investeringsbereidheid niet te beperken. Op basis daarvan is het ACM-thema 'Investeringsbereidheid in telecomnetwerken' verder ingevuld.

Buitengebieden

Een aantal partijen heeft aangegeven dat verdere investeringen in de breedbandnetwerken in de buitengebieden nodig zijn. Lokale investeringsinitiatieven moeten voldoende ruimte krijgen. ACM vindt het belangrijk dat dit soort initiatieven zoveel mogelijk vanuit de markt tot stand komen. Alleen waar aanleg niet rendabel is, kunnen gemeenten of provincies de aanleg van breedbandnetwerken financieel steunen. De Europese Commissie heeft in 2013 richtlijnen gepubliceerd die de aanleg van netwerken in buitengebieden met staatssteun moeten stimuleren. ACM adviseert overheden over hoe zij ervoor kunnen zorgen dat concurrerende partijen toegang hebben tot deze lokale netwerken.

Aanbieders met een machtspositie, zoals KPN/Reggefiber, moeten van ACM hun glasnetwerken openstellen voor andere aanbieders. Zo moet er genoeg te kiezen blijven voor de consument. ACM stelt er in deze gevallen voor te zorgen dat de investeerders in open te stellen netwerken toch een redelijk rendement kunnen realiseren.

Hoeveel netwerken

Sommige partijen hebben gesteld dat het efficiënter is om één vast en één mobiel netwerk te hebben. ACM meent echter dat alleen concurrentie tussen netwerken voor voldoende prikkels zorgt om te blijven investeren in verbetering en vervanging van deze netwerken. Deze investeringen zijn nodig om de sterk groeiende vraag naar capaciteit en meer snelheid op te vangen. Het regelgevende kader is ook gebaseerd op concurrentie tussen netwerken. ACM wil dit uitgangspunt met haar regulering ondersteunen.

Open netwerken

Een aantal partijen vindt open netwerken belangrijk om consumenten voldoende keuze te bieden. Momenteel heeft ACM aan KPN voor haar vaste aansluitnetwerk bepaalde wholesaleverplichtingen opgelegd.  Bij mobiele netwerken bestaan er volgens ACM geen AMM (aanmerkelijke marktmacht) die zo’n verplichting nodig maakt. ACM zegt regelmatig de concurrentie tussen telecomaanbieders te bestuderen om te kijken of verplichtingen nog nodig zijn. Eind 2014 komt de toezichthouder met ontwerpbesluiten, die voor de komende jaren bepalend zijn. Er wordt nog niet ingegaan op een mogelijke verplichting tot openstelling op het gebied van kabelnetwerken als de fusie tussen Ziggo en UPC door de Europese Commissie wordt toegestaan.

Te veel concurrentie

Volgens sommige partijen zijn er behalve situaties met te weinig concurrentie ook situaties waarbij er te veel concurrentie is, waarbij te lage tarieven investeringen in netwerken niet meer rendabel maken. Pas als de minst efficiënte aanbieders weggeconcurreerd zijn, kunnen de resterende aanbieders weer een redelijk rendement realiseren. ACM benadrukt haar regulering zodanig in te willen vullen dat zowel gereguleerde partijen (KPN dus) als toetreders (zoals Tele2 op de mobiele markt) voldoende prikkels behouden om te blijven investeren in hun netwerken. Dit moet gerealiseerd worden door gereguleerde partijen een redelijk rendement te laten realiseren op investeringen en toetreders te beschermen tegen oneerlijke concurrentie door de gereguleerde partij.

Termijn marktanalyses

Er is ook gekeken naar de termijn van marktanalyses. Volgens sommige partijen is deze termijn van drie jaar te kort, zeker omdat de terugverdientermijn voor investeringen langer is. Daarnaast gaan partijen tegen vrijwel alle besluiten van ACM in beroep bij de rechter. Deze juridische procedures duren lang en daarmee is er volgens sommige marktpartijen ook langdurig onzekerheid over de voorwaarden die ACM stelt. Verder is er op gewezen dat de bewijslast voor ACM om een netwerk open te stellen hoog is.

Er wordt door zeker één partij gepleit voor verdubbeling van de termijn waarvoor een marktanalysebesluit geldt naar zes jaar, om zo de negatieve impact van de genoemde onzekerheid te verminderen. ACM benadrukt op het moment te werken vanuit het Europese kader, dat uitgaat van een driejarige termijn. Dit is ook beter in het licht van de dynamiek van de telecommarkt – regulering zou na zes jaar te veel verouderd zijn.

Tot slot stelt ACM dat het Ministerie van Economische Zaken (EZ) haar toekomstvisie aan de Tweede Kamer heeft gepresenteerd. ACM gaat samen met EZ verkennen hoe het Europese kader aangepast zou kunnen worden zodat de reguleringszekerheid groter wordt en de prikkels om te investeren verbeteren. Bovendien gaat ACM via het Europese samenwerkingsverband van telecomtoezichthouders (BEREC) advies geven over de gewenste aanpassingen van dat kader. De opmerkingen van de deelnemers aan de online discussie neemt ACM hierin mee.

Related Articles