De digitale disruptie van de afgelopen jaren gaat de komende tijd in een hogere versnelling verder. AT&T probeert als zakelijke operator afnemers te helpen bij de overgang naar bijvoorbeeld cloudgebaseerde omgevingen, maar moet zelf net zo hard meegaan in dezelfde digitale transformatie. Zo moet de komende jaren het mondiale netwerk grotendeels software-gebaseerd worden, stelt John Vladimir Slamecka, Regio President EMEA van AT&T in gesprek met Telecompaper.
AT&T bekijkt als operator de digitale disruptie van landen, marktsectoren en afzonderlijke bedrijven in eerste instantie vanuit het oogpunt van connectiviteit en data. Toenemend gebruik van clouddiensten en mobiele devices voor communicatie en (samen) werken maakt dat er altijd en overal toegang moet zijn tot de digitale wereld. Toenemende digitalisering van voorheen papieren processen betekent dat er steeds meer gegevens door netwerken geduwd worden.
“Alleen al op ons eigen netwerk is er sinds 2007 sprake van een toename van het dataverkeer met 250.000 procent,” aldus John Slamecka. “Er wordt momenteel elke werkdag meer dan 168 petabyte door onze netwerken heen geduwd. Tussen nu en 202 zal dat met een factor zeven tot acht groeien.
Netwerk wordt softwaregebaseerd
Reden voor AT&T, tegenwoordig onder CEO John Donovan, om de afgelopen jaren het eigen netwerk grondig onder handen te nemen, meent Slamecka. “Wij zullen als operator niet in staat zijn om organisaties te helpen in hun digitale transformatie, wanneer wij hier zelf niet in mee gaan."
Vier jaar geleden is deze transformatie naar een softwaregebaseerde, op alle niveaus gevirtualiseerde netwerkomgeving ingezet. Inmiddels is 40 procent van het netwerk van AT&T met behulp van technologie zoals SDN (sotfware defined networks) en NFV (network functions virtualization) toekomstbestendig gemaakt. Tegen 2020 wordt verwacht dat driekwart van de netwerken van AT&T op deze manier ingericht zijn.
Partners in complex IT-ecosysteem nodig
Het ecosysteem van netwerk- en IT-omgevingen is inmiddels zo complex, dat zelfs een mondiaal actieve operator zoals AT&T niet meer altijd in staat is om op zich zelf end-to-end connectiviteitsoplossingen te leveren.
Er worden steeds vaker ad hoc en strategische overeenkomsten gesloten, met leveranciers, concullega’s en andere partijen in het ecosysteem. Om afnemers te bedienen, of om tot standaardisatie en verbeterde interoperabiliteit van platformen te komen.
Medewerker moet blijven leren
Ook de medewerker binnen AT&T is van belang om mee te kunnen gaan in de digitaliseringsslag. Dat is overigens niet een nieuw inzicht, AT&T stopt al sinds een jaar of negen veel tijd en geld in de voortdurende ontwikkeling van talent en expertise binnen de organisatie, vertelt Paul Floris, Director, Global Managed Services & Outsourcing van AT&T.
“Digitale transformatie is niets zonder dat er ook een transformatie plaatsvindt bij je personeel. Er zijn nieuwe talenten nodig, nieuwe expertise. Zowel op het gebied van technologie als de combinatie en toepassing er van. Dat maakt het eigenlijk nodig om permanent bezig te zijn met het ontwikkelen hiervan. Zowel in de samenleving – vanaf de basisschool - als binnen ons bedrijf.”
Dat vertaalde zich vorig jaar in een investering van zo’n 250 miljoen dollar wereldwijd in training en educatie, waarbij er door de betrokken mensen van AT&T zo’n 20 miljoen trainingsuren geklokt werden. Volgens Floris zorgt de digitale transformatie er voor dat medewerkers permanent met een leerproces bezig zijn, aangezien de transformatie zelf ook door blijft gaan.
Zie voor meer informatie over de strategie en visie van AT&T het achtergrondartikel: AT&T: technologie, mensen en partners vormen basis voor digitale transformatie.
