
Roemenië volgt op de tweede plaats met 68 procent, Letland en Bulgarije delen de derde plaats met 62 procent, Zweden staat vijfde met 61 procent en Nederland zesde met 60 procent. De grote landen binnen de EU, Frankrijk, Duitsland en Italië, presteren ondergemiddeld met respectievelijk 10, 20 en 4 procent gebruikers met minimaal 30 Mbps.
Binnen de EU verzorgt de kabel net iets meer dan de helft van alle NGA-abonnementen, gevolgd door VDSL met 22 procent.

De uitrol van VDSL-diensten heeft incumbents geholpen om hun aandeel op de NGA-markt te verhogen tot 28 procent, komende van 19 procent twee jaar eerder. Als alle breedbandsnelheden meetellen, is DSL de grootste met 71 procent.
De EU heeft als doelstelling dat alle inwoners toegang hebben tot breedband van 30 Mbps in 2020. Op hetzelfde moment moet minimaal de helft een abonnement hebben van minimaal 100 Mbps. In de huidige cijfers (juli 2014) heeft 7 procent van de inwoners een abonnement waarmee snelheden van minimaal 100 Mbps worden geboden. Dat percentage lag een jaar eerder op 4 procent.