
Tussen 2012 en 2016 is er sprake van een groei van de omzet in sVoD (subscription Video-on-Demand) met een factor 9,7. Bedroeg de omzet in 2012 nog ruim 300 miljoen euro, in 2016 wordt de grens van 3 miljard euro overschreden.
Wel vlakt de groei de komende jaren af. Tussen 2015 en 2015 is er sprake van ‘slechts’ 50 procent groei, van 2 naar 3 miljard euro. In 2020 is dat 5,2 miljard euro. Dat stelt marktonderzoeksbureau IHS Markit. Kleine markten zoals Nederland en België zijn in 2016 al goed voor 10 procent van de totale sVoD-omzet in West-Europa.
De bestedingen aan sVoD in West-Europa zijn in 2015 door de grens van twee miljard euro heen gebroken. Voor 2016 zal de omzet uit abonnementsgebaseerde VoD-diensten op drie miljard euro uitkomen, zo verwacht IHS Markit. Bekende grote spelers op sVoD-gebied in West-Europa zijn Netflix en NowTV van Sky, die content leveren via OTT-diensten (publiek internet) en toegankelijk zijn via connected devices van smartphones tot smart tv’s.
In Nederland zijn ook lokale diensten zoals Videoland actief, maar het zijn de multinationale diensten zoals Netflix en Amazon Prime die in korte tijd gezorgd hebben voor een dramatische versnelling van de groei in sVoD-omzet. Deze versnelling zet zich door met een verwachte plus van 50 procent in 2016. Toen Netflix in het VK begon in 2012, was er sprake van een verdubbeling van de sVoD-omzet in West-Europa naar 307,6 miljoen euro jaar-op-jaar. Eind 2014 was de omzet verdrievoudigd naar 1,1 miljard euro door de expansie van Netflix en de lancering van Amazon Prima in onder meer het VK, Duitsland en Oostenrijk.
Nu de bestaande lokale en multinationale diensten marktverzadiging bereiken in sleutelmarkten, zal de groei van de omzet jaar-op-jaar gaan vertragen in de periode 2016-2020. Zelfs dan blijft sVoD nog veruit het grootste aandeel behouden binnen de totale markt voor thuisvideo (waaronder ook tVoD, transactional Video-on-Demand zoals Pathé Thuis). Tegen 2018 zal sVoD al goed zijn voor een aandeel van 49 procent op de West-Europese markt voor thuisvideo, ofwel 4,2 miljard euro. Dit zal 58 procent zijn in 2020 (5,2 miljard euro).
Kleine landen groeien harder
Kleinere markten zoals de Scandinavische landen, Nederland, België en Zwitserland groeien procentueel gezien harder in sVoD-omzet dan grotere landen. Het gaat hier om relatief welvarende markten, maar zij leveren ook hiermee rekening houdend een disproportioneel groot deel van de West-Europese sVoD-omzet op met hun relatief kleine bevolking. Zo had in Q2 van dit jaar 20 procent van de Nederlandse huishoudens een abonnement op Netflix, ofwel ruim 1,5 miljoen huishoudens.
België en Nederland samen zullen in 2016 al goed zijn voor 10 procent van de totale West-Europese sVoD-omzet, ofwel zo’n 300 miljoen euro. Spanje en Italië, waar Netflix in 2015 van start ging, zullen in 2016 samen goed voor 11 procent van de sVoD-omzet in West-Europa. Het VK blijft eenzaam aan de top staan, met een stabiel marktaandeel van 35 procent in de sVoD-markt tot en met 2020.
IHS Markit stelt als voorbeeld voor de prominentie van kleine markten dat Zweedse huishoudens met breedband internet gemiddeld 23,16 euro in 2015 aan sVoD-diensten besteed hebben en 89,46 euro dat jaar in Noorwegen. In Duitsland was dat bedrag 6,06 euro. Noren zullen in 2016 op jaarbasis 329,6 miljoen euro aan SVoD besteden en 318,3 miljoen euro in 2020, waarmee zij op gelijke hoogte komen als de sVoD-omzet in landen als Italië en Spanje, markten met viermaal zoveel breedbandhuishoudens.
De Benelux had wel als voordeel dat er al een sterke basis was voor afname van zowel tVoD- als sVoD-diensten toen Netflix hier in 2013 (Nederland ) en 2014 (België) van start ging. In de Scandinavische landen was er al sprake van relatief sterke vraag naar online videcontent sinds 2006. De sterke breedbandinternetinfrastructuur ondersteunde al vroeg de mogelijkheid om digitaal videocontent te consumeren.