
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft een aantal beroepen tegen de regulering VT 2008 afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard. De procedures kunnen geen rechtsgevolgen meer hebben, omdat VT 2008 inmiddels is opgevolgd door een nieuw marktbesluit voor vaste telefonie. De zaak diende tussen ACM en vier marktpartijen, namelijk KPN en de groep Tele2, Esprit en Pretium. Zakelijke Telefonie/MTTM was zijdelings betrokken, maar heeft de procedure niet doorgezet.
De inzet is het marktbesluit voor vaste telefonie van 2008 en het gewijzigde aanvullende besluit daarop, van 10 december 2012. KPN werd in die besluiten gereguleerd, maar de opgelegde verplichtingen waren niet zwaar genoeg volgens Tele2, Esprit en Pretium. Het CBb oordeelt dat die beroepen niet-ontvankelijk zijn, wegens het ontbreken van procesbelang. De reguleringsperiode is afgesloten, omdat ACM het besluit Vaste Telefonie 2012 heeft genomen, per 1 mei 2012. De beoogde verzwaring van de verplichtingen van KPN kan niet achteraf worden doorgevoerd.
De beroepen van KPN gingen in op de manier waarop ACM de gereguleerde tarieven heeft vastgesteld (en de berekening van de retailopslag bij ondergrensregulering). Deze beroepen zijn inhoudelijk afgewezen op dezelfde beroepsgronden als in de procedure tegen VT2012 (18 september 2014).