
In totaal hebben tot 16 november 36.496 mensen, samen met de GGD, via de CoronaMelder-app een melding gedaan van besmetting waarmee zij andere mensen hebben gewaarschuwd dat zij mogelijk ook besmet zijn. Dat schrijft minister Hugo de Jonge (VWS) in de meest recente Covid-19 Kamerbrief. In de eerste twee weken na de introductie van de app waren dat er ongeveer 14.000.
Bijna 4 miljoen mensen hebben vijf weken na de introductie de CoronaMelder-app gedownload, zo bleek gisteren. Dat is ongeveer 22,5 procent van de bevolking. In vergelijking met de andere 19 Europese landen die een notificatie-app hebben geïntroduceerd, is de adoptie in Nederland hoog. Alleen in Duitsland, Ierland en Finland is deze adoptiegraad hoger.
Nauwe contacten sneller via app bereikt
Van de mensen die bij het aanvragen van een test aangaven dat ze een melding van CoronaMelder hadden gehad was 99,8 procent op het moment van het aanvragen van de test nog niet benaderd door de GGD vanuit het reguliere bron- en contactonderzoek (BCO). Dit is volgens De Jonge een indicatie dat CoronaMelder op dit moment inderdaad sneller nauwe contacten bereikt. Gezien het grote aantal mensen dat zich meldt voor een test na notificatie (in totaal 21.227 op 16 november) is het waarschijnlijk ook een grotere groep dan gevonden wordt via het reguliere BCO.
Deze snellere opsporing van nauwe contacten kan verklaard worden doordat een notificatie sneller wordt verstuurd dan in het analoge proces nauwe contacten kunnen worden benaderd. CoronaMelder kan volgens De Jonge niet alleen sneller maar ook meer nauwe contacten kan bereiken. Het hoge percentage nog niet vanuit regulier BCO benaderde nauwe contacten kan overigens mede zijn veroorzaakt doordat het BCO tijdelijk was afgeschaald. Dit zal de komende tijd moeten blijken.
Onterechte notificaties
De Jonge erkent in de Kamerbrief dat incidenteel onterechte CoronaMelder-notificaties kunnen zijn waarbij, onder andere sprake kan zijn van signalen van buren door muren heen. Met de groei van het gebruik van de app kan dit aantal toenemen. Wel hebben Apple en Google hun gezamenlijke API (‘framework’) – voor bluetooth-communicatie doorontwikkeld naar een tweede versie. Die zal nog beter onderscheid kunnen maken bij obstakels.
Het Verenigd Koninkrijk heeft deze versie al in gebruik en toont nauwkeuriger resultaten op dit vlak, aldus de minister. In voorbereiding op aansluiting op de tweede versie zal de werking van bluetooth opnieuw getest worden, waarbij expliciet aandacht wordt gegeven aan obstakels zoals bijvoorbeeld muren. Bekeken wordt of deze tests in samenwerking met Duitsland kunnen worden gehouden, schrijft De Jonge.
Europese samenwerking
Verder geeft de minister nog aan dat er wordt samengewerkt met andere EU-landen om notificaties mogelijk te maken wanneer iemand een ander EU-land bezocht heeft. De zogeheten European Federated Gateway Server moet grensoverschrijdende interoperabiliteit tussen notificatiesapps realiseren. Duitsland, Ierland, Italië, Spanje, Letland, Kroatië en Denemarken zijn al aangesloten.
De Jonge wil dat Nederland meegaat in de derde aansluitingsgroep op 30 november. Het wetgevende proces rondom de Europese aansluiting is dan nog niet achter de rug, maar de minister hoopt dat de Tweede Kamer er in mee zal gaan vanwege het belang voor de volksgezondheid.
Tweede app in aantocht
In een eerdere Kamerbrief had De Jonge al aangekondigd dat er een tweede app zou komen om de GGD's te helpen met bron- en contactonderzoek. Eind november, begin december zal deze app onder de naam GGD Contact uitgerold worden in vijf testregio's. Dat meldt de overkoepelende GGD-instantie GGD GHOR.
Met de GGD Contact app is bedoeld voor iedereen die besmet is met het coronavirus, of wacht op een testuitslag waarvan de kans groot is dat deze positief uitvalt. Het bijbehorende BCO-portaal wordt gebruikt door de medewerkers van de 25 GGD’en voor de registratie van alle informatie uit bron- en contactonderzoeken.