CDA en VVD in de Eerste Kamer hebben bezwaren tegen de cookieregel en de netneutraliteit in de Telecommunicatiewet (Tw). Ook de analoge wederverkoop van de kabel ligt gevoelig. ChristenUnie en SGP zijn vooral teleurgesteld dat de uitzonderingspositie voor ideologische filtering is gesneuveld.
Zes fracties in de Eerste Kamer behandelen de Tw inhoudelijk: VVD, PvdA, CDA, D66, ChristenUnie en SGP. De senaatsfracties reageren met name op de amendementen op de Tw vanuit de Tweede Kamer, niet op de hoofdtekst. Het CDA prijst de manier waarop die Europese regels in Nederlands zijn omgezet. De kritiek is vooral op de cookiebepaling.
De partij staat uitvoerig stil bij het verschil tussen een toestemming en een ondubbelzinnige toestemming. De eis van een ondubbelzinnige toestemming doorkruist zowel de Wet bescherming persoonsgegevens als de Europese ePrivacy Richtlijn, vreest het CDA. D66 meent dat er geen strijdigheid is en stelt zelfs vragen bij de manier waarop de ePrivacy Richtlijn is geïmplenteerd.
Het CDA vreest verder dat een uitzonderingspositie zou kunnen leiden tot verschillende regimes voor websitebezoekers van binnen en buiten Nederland en voor websites van Nederlandse en buitenlandse. Ook voor de VVD weegt dat argument. De CDA-fractie wil graag een overzicht van hoe de regel in andere landen wordt uitgelegd (overigens is het Europees telecompakket in een groot aantal landen nog niet ingevoerd).
Het CDA pleit voor een ruimere uitzondering voor cookies die weliswaar niet technisch noodzakelijk zijn, maar wel belangrijk zijn voor de goede werking van websites, zoals “analytic cookies” die in kaart brengen hoe bezoekers door een website navigeren en welke pagina’s populair zijn. De inbreuk op de privacy van zulke cookies is gering.
Verder vraagt het CDA aan de regering om in te gaan op de stelling dat het gedrag van de gebruiker niet is te herleiden tot een identificeerbaar persoon, zodat van een verwerking van persoonsgegevens geen sprake is.
De VVD vraagt hoe de cookiebepaling zich verhoudt tot het Europees recht, de ePrivacy Richtlijn en wil weten of de analytische cookies geplaatst mogen worden zonder ondubbelzinnige toestemming.
PvdA stelt vragen over de uitvoerbaarheid van de cookieregel en het gebruiksgemak voor de consument. De senaatsfractie wil weten welke soorten cookies onder de regeling vallen.
Netneutraliteit
D66 is blij met de bepaling voor Netneutraliteit, maar vraagt ook aan de regering om duidelijk te maken welke overige instrumenten aanbieders nu hebben om abonnementen te differentiëren, anders dan op prijs, snelheid en volume.
CDA, ChristenUnie en SGP zijn verbolgen dat de uitzondering voor ideologische filtering is geschrapt en vragen of die niet terug kan keren. Het CDA ziet ook een praktisch probleem: voor netneutraliteit (art. 7.4a) hebben de providers een overgangstermijn van één jaar gekregen voor bestaande abonnementen. Voor art. 11.2a (het verbod op deep packet inspection) geldt dit niet.
Kabel
Per amendement is in de Mediawet opgenomen dat kabelbedrijven hun analoge pakket beschikbaar moeten stellen voor wederverkoop. In de Tw staat dat Opta het instrument heeft om wederverkoop af te dwingen bij AMM-partijen. De VVD vraagt zich af of een verplichting in de Mediawet niet de autonomie van Opta ondergraaft. De PvdA meent daarentegen dat de Europese regels voor omroepen voldoende ruimte geven om een ‘must carry’ verplichting uit te breiden tot wederverkoop.
VVD en CDA vragen aandacht voor de kwestie dat de beslistermijn is verruimd van acht weken tot zes maanden, op het moment dat een gemeente moet beslissen over graafwerkzaamheden. (zie ook het eerdere bericht: Telecomconsortium tegen wetsvoorstel aanleg netwerken).
Koppeling met verzamelwet verkeer
Minister Verhagen van EL&I heeft tot 17 november de tijd om te reageren op deze vragen over telecom, maar doet daar mogelijk langer over. Minister Schultz van Haegen (Verkeer en Infrastructuur) zit daarmee in haar maag, zo blijkt. Er is een koppeling ontstaan tussen de Tw en haar beleid, omdat de PvdA een cruciaal amendement over netneutraliteit heeft ingediend via de verzamelwet Verkeer en Waterstaat 2010. De Eerste Kamer behandelt de twee wetten tezamen, ofschoon ze verder geen enkel raakvlak hebben. Schultz van Haegen verzoekt nu om gescheiden behandeling, omdat ze 'haar' wet snel nodig heeft.
