Hacken moet in de EU zwaarder bestraft worden. Het Europees Parlement werkt aan een richtlijn die hogere maximumstraffen voor hackers voorstelt, van minimaal twee jaar.
Het EP stemt in juli over de nieuwe ontwerp-richtlijn. Het voorstel behelst dat lidstaten zelf de maximumstraffen voor hackers mogen vaststellen, maar daarbij een ondergrens van twee jaar gevangenisstraf moeten aanhouden.
Voor hackers die kritieke infrastructuur aanvallen (zoals elektriciteitscentrales en transportsystemen), moet zelfs een ondergrens van vijf jaar gaan gelden. De straffen gelden niet voor lichte vergrijpen. De 27 EU-lidstaten mogen zelf bepalen wat er onder deze definitie valt.
Het EP beoogt met de nieuwe regel te voorkomen dat hackers hun activiteiten verhuizen naar lidstaten die een lagere strafmaat aanhouden. Verder stelt de nieuwe richtlijn eisen aan de snelheid waarmee lidstaten reageren op dringende hulpvragen in het geval van cyberaanvallen. Het Europees Parlement wil dat dit binnen acht uur gebeurt.
De richtlijn is al goedgekeurd door de EP-commissie burgerrechten en -vrijheden. Na eventuele goedkeuring door het hele EP moet de richtlijn nog bekrachtigd worden door de Europese Raad.
