De wetgeving tegen ongewenste zeggenschap zal investeerders in de sector telecommunicatie afschrikken, stelt Eurofiber. Het bedrijf bekritiseert de regeling omdat zo ongeveer elke telecomaanbieder eronder onder komt te vallen, maar vooral omdat de Staat met terugwerkende kracht wil kunnen ingrijpen. De overheid wil dat overnames in de telecomsector worden aangemeld, zodat de regering die overnames eventueel kan blokkeren met een beroep op het landsbelang. De consultatie over het Besluit ongewenste zeggenschap telecom (Bozt) is onlangs gesloten. Ook KPN, T-Mobile en NLConnect zijn kritisch.
Het is niet duidelijk welke dreiging moet worden gekeerd, stelt Eurofiber. “Met het wetsvoorstel wil de staatssecretaris voorkomen dat de Nederlandse overheid in een chantabele positie kan worden gebracht door een land met een offensief cyberprogramma. Het chantagemiddel daarbij zou zijn dat een buitenlandse mogendheid, door middel van een belang van minimaal 30% in een telecompartij, zou kunnen dreigen met het staken van deze dienstverlening.”
Eurofiber vindt het uiterst discutabel of een onderneming die opdracht zou uitvoeren en merkt op dat EZK sinds 2013 geen enkel voorbeeld heeft kunnen vinden waarvoor dit besluit zou kunnen gelden.
Een ander punt van kritiek is de reikwijdte. Het besluit is zo breed opgezet, dat elke aanbieder eronder kan komen te vallen. De ondergrens wordt gelegd bij een internetaanbieder met 50.000 klanten. Bij een totaal van 7,4 miljoen huishoudens kom je dan op een marktaandeel van 0,68 procent, rekent Eurofiber uit. Eurofiber roept de regering op niet uit te gaan van dergelijke criteria, maar om rekening te houden met de potentiële impact op de telecomsector. Die impact zal groot zijn, terwijl niet duidelijk is welke dreiging hiermee moet worden gekeerd.
Met terugwerkende kracht
De minister van EZK verschaft zich de bevoegdheid om met terugwerkende kracht in te grijpen in de eigendomsverhoudingen van een telecombedrijf. Die permanente onzekerheid is negatief voor investeerders, stelt Eurofiber, ook omdat het beroep op de staatsveiligheid de discussie over de maatregelen op slot zet.
"In reactie op de vragen van de Raad van State en de Kamer heeft de staatssecretaris enerzijds aangegeven dat de Raad van State niet goed begrepen heeft wat het doel van het wetsvoorstel was en anderzijds in reactie op de vragen van de Kamer aangegeven dat er geen sprake kan zijn van een goede afweging omdat het gaat om de nationale veiligheid. Het enkele feit dat de maatregel wordt getroffen ter vergroting van de nationale veiligheid kan niet betekenen dat er verder geen afweging van belangen dient plaats te vinden."
DDA: datacenters niet meetellen
De Dutch Datacenter Association (DDA) stelt dat datacenters niet onder de reikwijdte van de wet ongewenste zeggenschap dienen te vallen. De organisatie steunt de doelstelling van de wet, namelijk dat de overheid vitale belangen in de sector telecommunicatie wil beschermen. Die bescherming geldt dan voor de telecombedrijven die in de datacenters zitten, zegt DDA. De rol van de datacenters zelf is minder vitaal dan EZK denkt.
Net als andere bedrijven zegt DDA dat investeerders worden afgeschrikt. Als Nederland achteraf wil kunnen ingrijpen, loopt het daarmee uit de pas met andere Europese landen. Daarbij komt de macht te liggen bij de minister van EZK, waarbij de rechter dat besluit alleen marginaal kan toetsen.
