De overheid wil naar een vaste vergoeding aan telecomaanbieders voor het plaatsen van telefoon- en andere taps. Het ministerie van Economische Zaken heeft een aantal wijzigingen aangebracht in de ‘Regeling kosten aftappen en gegevensverstrekking’, geldig vanaf 1 oktober. De achtergrond is dat de overheid steeds vaker grote contracten afsluit met aanbieders, wegens marktontwikkelingen en een grotere behoefte aan kwaliteit.
Dat verhoogt echter ook de druk op de kleinere aanbieders, die volgens EZ vaak aanzienlijke kosten moeten maken om taps en andere informatie op te leveren. Praktijk is dat voor deze partijen steeds meer van de wettelijke mogelijkheid uit de regeling gebruik wordt gemaakt om de redelijk en noodzakelijk gemaakte kosten te declareren.
Op basis van deze constateringen is besloten de lijst met indicatieve bedragen en bijbehorende jaarlijkse indexering te schrappen en te volstaan met de bepalingen over vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten.
De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op € 31,50. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 oktober geïndexeerd met 2 procent. Daarnaast wordt iedere 5 jaar bezien of het geïndexeerde bedrag (nog) een werkelijke afspiegeling is van de gemaakte kosten. Er wordt daarnaast een redelijkheidsclausule achter de hand gehouden.
