
De Financial Times meldde vanochtend dat Frankrijk en Duitsland in 2021 een beperkte digitaks willen invoeren op inkomsten uit online diensten en dat deze landen hun digitaks-voorstel ook in Brussel willen laten landen.
Het Europese digitaks-voorstel behelst een belastingheffing van 3 procent op inkomsten die online bedrijven halen uit landen waar ze geen hoofdkantoor hebben. In de Frans-Duitse variant worden alleen inkomsten uit online advertentieverkopen belast. Dat betekent dat bedrijven als Google en Facebook die grotendeels leven van advertentie-inkomsten door deze digitaks zwaarder getroffen zullen worden dan bijvoorbeeld Amazon, Spotify en Airbnb, wiens omzet grotendeels afkomstig is uit de online verkoop van producten en abonnementen.
Diverse diplomaten in Brussel zeggen dat Duitsland met het op advertentie inkomsten gebaseerde alternatieve voorstel wil voorkomen dat de Duitse auto-industrie door de digitaks getroffen kan worden.
Twee alternatieven, nog geen overeenstemming
Vandaag worden in Brussel dus twee alternatieve digitaks-voorstellen besproken. De Franse en Duitse ministers van financiën gaan zich hard maken voor hun variant omdat zij die naar eigen zeggen eerlijker vinden dan een algemene digitaks op alle online diensten en verkopen zoals de Europese Commissie dat nog steeds nastreeft.
Het is echter nog maar de vraag of alle lidstaten snel tot overeenstemming gaan komen. Voor het invoeren van een EU-brede belastingmaatregel is unanimiteit een vereiste. Op dit moment houden Ierland, Zweden, Denemarken, Finland en Luxemburg dat nog tegen. Het is niet bekend hoe deze landen staan ten opzichte van het Frans-Duitse voorstel.
Deze laatstgenoemde landen hebben wel al gezegd dat ze willen dat hun voorstel uiterlijk voor maart 2019 goedgekeurd moet worden om invoering in 2021 mogelijk te maken. Invoering gaat alleen door wanneer er voor die tijd nog geen wereldwijde oplossing is - iets waar de OECD al enige tijd aan werkt.