
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft de gemeente Enschede een boete van EUR 600.000 gegeven, omdat de gemeente wifitracking gebruikte in de binnenstad op een manier die niet mag. Daardoor was het mogelijk winkelend publiek en mensen die in de binnenstad wonen of werken te volgen.
De gemeente Enschede besloot in 2017 om via sensoren de drukte in de binnenstad te gaan meten. De gemeente huurde daarvoor een bedrijf in dat is gespecialiseerd in het tellen van passanten. Meetkastjes in de winkelstraten vingen de Wi-Fisignalen op van de mobiele telefoons van passerende mensen. Ieders telefoon werd apart geregistreerd, met een unieke code.
Unieke codes veranderen volgens AP 'tellen' in 'volgen'
Door te tellen hoeveel telefoons er op een bepaald moment rond een meetkastje zijn, weet de gemeente hoe druk het is. Houd je over een langere periode bij welke telefoon langs welk meetkastje komt, dan verandert dit ‘tellen’ volgens de AP in het volgen van mensen.
Uit onderzoek van de Autoriteit bij de gemeente Enschede blijkt dat dit aan de hand was. De privacy van burgers was daarmee volgens de organisatie niet goed gewaarborgd, omdat zij konden worden gevolgd zonder dat dit noodzakelijk was. Het was weliswaar niet de intentie van de gemeente om individuen te volgen, maar het inzetten van wifitracking die dit mogelijk maakt, is op zichzelf al een ernstige overtreding van de AVG.