11 procent van de Nederlanders vindt virtueel contact – bijvoorbeeld via videobellen – net zo goed als face-to-face contact. 23 procent geeft de voorkeur aan direct contact. Nederland behoort daarmee, samen met het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië, België, Zweden en Duitsland, tot de landen waar mensen het minst virtueel zijn ingesteld, aldus marktonderzoeksbureau GfK.
Het bureau ondervroeg 27.000 mensen in 22 landen. Gemiddeld stelt 23 procent van de mensen in de onderzochte landen dat zij virtueel contact via bijvoorbeeld een smartphone net zo waarderen als face-to-face contact. 15 procent geeft aan de laatste contactvorm de voorkeur. Onder virtueel contact, dat volgens GfK steeds vaker voorkomt, vallen zaken zoals video conferencing op het werk, videobellen via de smartphone of tablet, gesprekken via social media en messagingdiensten of het ontdekken van andere steden en ontmoetingspunten zoals restaurants en musea met behulp van Google Street View.
In Nederland is er nauwelijks verschil tussen man en vrouw. 12 procent van de mannen en 11 procent van de vrouwen vindt virtueel contact net zo goed als face-to-face. De meerderheid van mannen (22%) en vrouwen (24%) heeft liever face-to-face dan virtueel contact.
Weinig verrassend is het volgens GfK dat jongeren vaker virtueel contact even hoog waarderen als face-to-face. Bij de jongste leeftijdsgroep (15-19 jaar) is dat 25 procent. Bij de 60-plussers vindt slechts 6 procent virtueel contact net zo goed als face-to-face en wil 30 procent liever face-to-face contact.
De top 5 van landen waar mensen virtueel contact even hoog waarderen als face-to-face, bestaat uit Brazilië en Turkije (beiden 34%), Mexico (28%), China (27%) en Rusland (24%).
