
Het gebruik van de huiskamertelevisie steeg in februari met 13 procent tot gemiddeld 230 minuten per dag. De groei van lineaire televisie viel enigszins terug. Uitgesteld en on-demand kijken handhaafde zich gecombineerd op zo'n 35 procent van het totale gebruik. Dat blijkt uit de februaricijfers van de Stichting KijkOnderzoek (SKO).
De totale tijd besteed voor de huiskamertelevisie bedroeg in februari gemiddeld 230 minuten per dag (+13% jaar-op-jaar). Dat is iets minder dan in januari (242 minuten), maar dat lijkt het gevolg van het normale seizoenseffect. De hoge groei is het gevolg van de huidige lockdown. Vanaf maart ligt een terugval van de groei in de lijn der verwachting, omdat de coronacrisis dan een jaar oud is.
De totale tijd valt als volgt te splitsen:
- 176 minuten voor lineaire televisie (+9%) en 53 minuten voor andere zaken, met name VOD (+29%).
- Lineaire televisie valt uiteen in 148 minuten live (+7%) en 28 minuten uitgesteld (+17%).
We kunnen daarbij nog een paar detailobservaties maken:
- De groei van lineaire televisie ligt duidelijk lager dan in januari, terwijl de groei van VOD juist iets harder groeide.
- Het belang van VOD (on demand) lag op 23 procent. In februari 2020, de laatste maand voor 'corona', was dat 20 procent. Het hoogste niveau was 25 procent (afgelopen juli).
- Iets soortgelijks zien we voor uitgesteld kijken binnen het lineaire kijken. Het draagt zo'n 16 procent bij. Dat is meer dan een jaar geleden (15%) maar het lijkt niet verder toe te nemen.
- Het totaal van uitgesteld en on-demand kijken kwam uit op 35 procent van de totale tijd, een cijfer dat al sinds april 2020 op dit niveau ligt.