Het effect van de lockdown op de gecombineerde televisie/video-markt in Nederland kwam in het eerste kwartaal van dit jaar ten einde. De pandemie is een jaar oud, waardoor het effect eruit loopt in de jaar-op-jaarvergelijking. De markt groeide in Q1 2021 met een min of meer normale 4,3 procent tot EUR 625 miljoen. Dat blijkt uit het nieuwe Dutch TV-Video Market rapport over 2021 Q1 van Telecompaper.
Daarnaast zorgt het afbouwen van de lockdown ervoor dat we de komende kwartalen mogelijk zelfs te maken krijgen met krimp - het gevolg van een zware vergelijkingsbasis. Immers, de kwartalen twee, drie en vier van 2020 werden gekenmerkt door een zeer hoge 'consumptie' als gevolg van de lockdown. In hoeverre we terugkeren naar 'normaal', of beter gezegd de patronen van voor de pandemie, valt nog te bezien.
De marktgroei was het gevolg van enerzijds een afname op de televisiemarkt en anderzijds een aanhoudende groei voor het streamingsegment. Onderliggend waren de grootste verrassingen dat de inkomsten uit 'add-on'-pakketten (Premium-, Thema- en Pluspakketten) daalden en dat de groei uit TVOD-diensten fors terugviel.
Het televisiesegment droeg EUR 472 miljoen bij (-1,1%), waarbij EUR 316 miljoen (+1,8%) afkomstig was van het basispakket. Het streamingsegment bracht EUR 153 miljoen op (+26%). Hier is SVOD de belangrijkste component (82%). De groei (27%) viel slechts licht terug. Anders ging het bij het TVOD-gedeelte, dat een groei liet zien van 21 procent, tegenover bijna 100 procent in Q4 van 2020.
Op providerniveau zijn Ziggo en KPN de marktleiders, maar hun aandeel staat onder druk. Op de gecombineerde markt kwam Ziggo uit op 42 procent en KPN op 23 procent. Netflix zit nog altijd in de lift en was, als nummer drie, goed voor 13 procent van de markt.
In de verdeling van de inkomsten over drie categorieën aanbieders nemen de operators nog altijd het leeuwendeel voor hun rekening, met 76 procent, maar dit is significant lager dan de 80 procent van een jaar eerder. De bekende internetbedrijven (Netflix etc.) zijn nu goed voor 19 procent en de broadcasters (vooral RTL) voor een kleine 6 procent.
