
De aanpak van opsporingsinstanties om internetbedrijven zonder gerechtelijk bevel of juridische toetsing te dwingen extreme content te verwijderen, leidt tot een onhoudbare situatie voor onder meer hostingbedrijven. Dat stelt Michiel Steltman, directeur van de Dutch Hosting Provider Association (DHPA).
Volgens Steltman worden hostingbedrijven of eigenaars van website steeds vaker door instanties zoals het Ministerie van Justitie of de politie onder druk gezet om als extreem beschouwde content (zoals in het kader van jihadisme) te verwijderen, ook als het Openbaar Ministerie niet genoeg verdenking ziet om content als strafbaar te beschouwen.
Als Justitie toch vindt dat de filmpjes of documenten verwijderd moeten worden blijft niets ander over dan webhosters onder druk te zetten alsnog aan het verzoek te voldoen. Maar zij zeggen niet te kunnen en willen beoordelen of iets strafbaar is, aldus Steltman. “Wil de overheid bedrijven bijvoorbeeld verplichten jihadisme in de algemene voorwaarden op te nemen? En hoe beoordeelt een hoster wat ongewenst is?”
Een recent voorbeeld is volgens de DHPA-directeur een filmpje waarop een groepje schietende mannen rond een kampvuur te zien is terwijl ze Allahu Akbar (God is Groot) roepen, met begeleidende tekst in het Arabisch. Het is bij de video niet duidelijk of er een jihadistische ondertoon is.
Alex de Joode, bedrijfsjurist Overheidszaken bij hosting provider Leaseweb, stelt ook de aanpak van de overheid niet te onderschrijven. “Wij zijn geen leeftijdskeuring of censuurinstantie. De overheid heeft een prima juridisch instrument om content te verwijderen, maar kiest ervoor om dat bij vermeend jihadisme niet te gebruiken.” De sector is volgens De Joode bang verantwoordelijk te worden gesteld door eventuele gedupeerden, wanneer achteraf blijkt dat een site of content onrechtmatig verwijderd is zonder gerechtelijk bevel.
Steeds meer internetbedrijven openbaren het aantal vorderingen van opsporingsdiensten, zo XS4ALL en Leaseweb. In de VS heeft volgens de DHPA Google deze trend ingezet, waarin het concern wordt gevolgd door ondernemingen zoals Microsoft en Twitter.
Dick Schoof, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), ziet het als zijn verantwoordelijkheid dat bedrijven die websites hosten, 'op basis van de duiding door de NCTV, zelf de inhoud van de website toetsen aan de eigen gebruikersvoorwaarden. Hij zegt hiermee een beroep te doen op de verantwoordelijkheid van de providers. Schoof omschrijft de lopende gesprekken met internetaanbieders en sociale media-bedrijven als ‘zeer constructief'.
Steltman benadrukt tot slot dat de internetbedrijven graag in samenwerking met Justitie tot betere procedures willen komen.