Huawei is in beroep gegaan tegen het verbod van de Amerikaanse federale overheid om Huawei-technologie te kopen. Volgens Huawei is het in de National Defense Authorization Act van 2019 opgenomen verbod ongrondwettelijk. Het concern wil dat de federale rechtbank in Texas hier dan ook permanent een streep door zet.
In een verklaring stelt Huawei dat het Amerikaanse Congres ‘herhaaldelijk heeft nagelaten om enig bewijs te leveren’ dat het gevaarlijk zou zijn om Huawei-netwerktechnologie te gebruiken. Guo Ping, de roterende bestuursvoorzitter van Huawei, noemt het verbod "niet alleen onwettelijk, maar ook beperkend voor Huawei als het gaat om eerlijke concurrentie. Uiteindelijk zou het verbod ook de Amerikaanse consument schade toebrengen.
Federaal verbod
Het gewraakte onderdeel van de defensiewet verbiedt Amerikaanse federale diensten en ministeries om Huawei-technologie of -diensten te gebruiken. Verder mag er op geen enkele wijze zaken gedaan worden met derde partijen die Huawei-apparatuur of -diensten gebruiken. Er mogen ook geen leningen of subsidies aan dergelijke ondernemingen verstrekt worden. Dit betekent ook dat Huawei niet zou kunnen leveren aan de vele kleine operators in de VS die subsidie krijgen om universele basisdiensten te leveren.
Huawei stelt dat het verbod in strijd is met de Amerikaanse grondwet en met de scheiding der machten. Het gewraakte wetsonderdeel (sectie 889) zou zijn gebaseerd op allerlei valse claims en foute aannames over banden tussen Huawei en de Chinese overheid en Chinese leger. Deze banden waren voor de federale overheid van de VS vorig jaar aanleiding voor een ban op Huawei-technologie.
Belemmering aanleg 5G
Huawei voerde verder aan dat het verbod op zijn producten de ontwikkeling van 5G in de VS kan belemmeren, evenals inspanningen om de digitale kloof te verkleinen. Het citeerde in dit kader bronnen uit de sector die beweren dat deelname van Huawei aan de bouw van 5G-netwerken de kosten van draadloze infrastructuur met 15 tot 40 procent kan verlagen. Dit zou de VS de komende vier jaar minstens USD 20 miljard besparen.
