Nederlandse gemeenten moeten zelf bepalen of ze verder willen met de antivirussoftware van het Russische Kaspersky. Dat stelt de Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD). De dienst gaat geen advies geven aan gemeenten wat betreft het gebruik van Kaspersky-producten.
Vorige week heeft de IBD overlegd met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) over het eventueel stoppen met gebruiken van antivirussoftware van het Russische Kaspersky Lab. Reden hiervoor was dat de Rijksoverheid de software gaat uitfaseren uit vrees voor te diepgaande banden tussen Kaspersky en de Russische overheid. Éen op tien overheidsorganisaties gebruikt Kaspersky. Daaronder zijn veel gemeenten.
Gemeenten verschillen onderling te veel
De IBD onderbouwt de keuze om geen advies te geven door te stellen dat gemeenten te veel van elkaar verschillen om ze een eenduidig advies te kunnen geven, zo laat een woordvoerder aan Binnenlands Bestuur weten. Per gemeente is het risico op spionage zeer uiteenlopend. Diverse gemeenten hebben naar aanleiding van de beslissing van het kabinet inmiddels contact hebben gezocht voor een advies.
De beslissing om wel of niet met Kaspersky te werken ligt nu bij gemeenten zelf. De IBD stelde vorige week al dat virusscanners ook niet zomaar kunnen worden vervangen. Zo’n proces is erg complex en duurt over het algemeen lang. Kaspersky liet afgelopen week aan Telecompaper weten dat het er alles aan doet om het vertrouwen van afnemers te behouden of te herstellen.
Kaspersky bij 1 op 10 overheidsinstanties
Kaspersky heeft de afgelopen jaren een sterke marktpositie opgebouwd bij lokale overheden, zo concludeerde Computer Profile afgelopen maart op basis van een analyse bij 7400 Nederlandse organisaties met meer dan 50 werknemers.
Het Russische bedrijf maakte bij overheidsorganisaties een sterke groei door in vergelijking met concurrentie zoals Symantec en McAfee, die nog wel de helft van de markt in handen hebben. Het gaat name om endpoint-security bij gemeentes en rechterlijke instanties.
