
De International Telecommunications Union (ITU) heeft op 4 april de standaarden definitief vastgelegd voor G.Fast. ITU-T 9700 en ITU-T 9701 waren in december 2013 al voorlopig goedgekeurd. G.Fast is de volgende grote update voor DSL. De technologie is op zijn vroegst in de loop van 2016 commercieel inzetbaar.
G.Fast gebruikt een TDD (Time Division Duplex) technologie in een aanzienlijk groter frequentiebereik dan ADSL en VDSL, namelijk tot 106 MHz of 2012 MHz. Over korte lengtes, tot 100 meter, is een geaggregeerde bandbreedte (downlink+uplink) van 1 Gbps of hoger haalbaar. De praktijk moet uitwijzen wat wel realistisch is voor het netwerk van elke operator. De standaardenorganisatie Broadband Forum houdt als vuistregel 400 Mbps en later 800 Mbps over de local loop van een bestaand kopernetwerk.
G.Fast kan parallel aan VDSL worden uitgerold, maar vereist wel dat het netwerk dieper wordt verglaasd. Daarnaast is zowel in het netwerk als bij de eindgebruiker apparatuur van een nieuwe generatie nodig. De consumentenapparatuur (modems en gateways) wordt zo ontwikkeld dat de gebruiker die zelf kan installeren.
De roadmap van G.Fast ligt nog niet volledig vast. De eerste chipsets zijn waarschijnlijk al dit jaar beschikbaar, zodat de makers van apparatuur kunnen beginnen aan de testfase die zal resulteren in gecertificeerde en interoperable producten. De eerste commerciële hardware zou eind 2015 beschikbaar kunnen zijn.
Doelstellingen Europese Commissie
Commerciële uitrol vergt dan waarschijnlijk nog een jaar, maar komt ruim op tijd voor de ambities van de Europese Commissie voor de beschikbaarheid van breedband in het jaar 2020: 100 Mbps voor de helft van de aansluitingen. In een aantal landen, zoals Italië, is er nog werk aan de winkel.
Meerdere Europese operators hebben al aangekondigd dat G.Fast onderdeel is van hun planning op middellange termijn. Huawei heeft G.Fast getest met Telekom Austria, BT en TeliaSonera. Alcatel-Lucent werkt samen met KPN en naar verluidt ook met Deutsche Telekom.