Minister van Rechtsbescherming Sander Dekker past het wetsvoorstel massaschade aan in reactie op vragen en kritiek van de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel maakt mogelijk dat een belangenorganisatie bij de rechter voor een groep gedupeerden en consumenten nu ook schadevergoeding kan vragen. Er ligt nu een nota van wijziging; de verantwoordelijke commissie van Tweede Kamer zal nog een besluit nemen over het vervolg van de procedure.
De in 2005 ingevoerde Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade beoogt dat partijen een schikking bereiken. De nieuwe wet is bedoeld voor gevallen waarin dat niet lukt. Het moet makkelijker worden om naar de rechter te gaan voor een collectieve claim. Zo kan niet alleen de vraag of er onrechtmatig is gehandeld, maar ook de vraag naar (de omvang van) de schade en de schadevergoeding in één collectieve procedure worden afgehandeld voor alle betrokken consumenten en bedrijven.
De procedure wordt gestart doordat een belangenorganisatie voor een groep gedupeerde consumenten of bedrijven een collectieve vordering instelt bij de rechtbank. De eiser laat dit aantekenen in een register, waarna ook andere gedupeerden zich kunnen melden.
De rechter zal vervolgens toetsen of de claims inhoudelijk sterk genoeg zijn om er werk van te maken. Als er meerdere collectieve organisaties zijn, wordt er één aangewezen.
De wetgever wil meerdere doelen bereiken. Het moet makkelijker worden om een zaak te beginnen bij een collectief probleem, want voor een enkele gedupeerde is het gewoonlijk te duur om te procederen. Door alle claims te bundelen in een procedure bij één rechtbank moet voorkomen worden dat procedures zich eindeloos voortslepen bij verschillende gerechten. Het plan om massazaken uitsluitend bij de rechtbank Amsterdam aan te brengen, is geschrapt.
Het wetsvoorstel is ook aangepast voor de aanzuigende werking. Enkele fracties zagen in de eerste versie het risico dat ook buitenlandse claimorganisaties zich in Nederland zouden melden. Het ministerie wil deze aanzuigende werking tegengaan door vast te leggen dat een zaak een voldoende nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer dient te hebben. Daarbij moet een gedupeerde uit een ander land zich expliciet aansluiten bij een Nederlands collectief. Naast deze opt-in wil het ministerie van V&J later ook nog een opt-out mogelijk maken voor gedupeerden na goedkeuring van een collectieve schikking tussen partijen.
