Het ministerie van EZ vindt het niet noodzakelijk om aanvullende regelgeving te maken voor de kosten van mobiel internet buiten de bundel. Dat blijkt uit het antwoord (pdf) van minister Kamp (EZ) op vragen van SP-kamerlid Sharon Gesthuizen (ingediend op 17 april). Gesthuizen noemt een bill-shock van een zakelijke KPN-klant als specifiek voorbeeld, uit het tv-programma Kanniewaarzijn.
EZ wijst onder meer op de geldende regelgeving voor telecomaanbieders om hun klanten vooraf te informeren over tarieven en voorwaarden. Daarnaast hebben de operators medio 2012 afspraken vastgelegd in de gedragscode “Transparantie Mobiel Datagebruik”. Ze bieden klanten inzicht in hun verbruik en sturen een sms zodra de databundel voor 80 procent verbruikt is. Verder heeft de consument de keuze uit allerlei verschillende abonnementen, met extra waarborgen.
Omdat deze afspraken en mogelijkheden al bestaan, ziet EZ niets in nadere regelgeving. Kamp heeft uitdrukkelijk geen mening over de buitenbundel-tarieven. De aanbieder heeft de vrijheid om die zelf vast te stellen “en het verschil kan inderdaad een veelvoud zijn”.
Het ministerie geeft geen inhoudelijk oordeel over de individuele klacht die in het tv-programma Kanniewaarzijn is besproken. Het programma besteedde aandacht aan de klacht van een ondernemer die van KPN een factuur kreeg van ruim 11.000 euro, voor mobiel internet buiten de bundel.
In dat programma is onder meer gesteld dat KPN kosten heeft gefactureerd voor mobiel internet op vreemde tijdstippen, zoals midden in de nacht. De klagers zeggen dat het bedrijf geen specificatie wil geven van datasessies, met privacy als argument. EZ stelt daarover dat het voor operators niet toegestaan is om zulke gegevens te verwerken, volgens de Telecommunicatiewet en de privacywetgeving. Verkeersgegevens worden verwerkt voor zo ver dat nodig is om de communicatie over te brengen. Voor facturering mag het volume worden bijgehouden, maar niet zoiets als een url of een type applicatie.
