De Rechtbank Den Haag heeft op 15 mei een civiel kort geding afgewezen van WLR-afnemers tegen KPN. KPN wil de contractvoorwaarden wijzigen die gelden voor die aanbieders. De rechter vindt in een voorlopig oordeel geen reden om dat te verbieden, aangezien de WLR-afname (gereguleerd) blijft bestaan en de ACM nog enkele besluiten zal nemen. De uitspraak is van 15 mei, en is op 10 juni gepubliceerd.
Bij Wholesale Line Rental kopen marktpartijen capaciteit in bij KPN, om onder eigen naam telefonie aan te kunnen bieden. De dienst is gereguleerd en vastgelegd in civiele overeenkomsten. KPN heeft in oktober 2013 eenzijdig de WLR contracten opgezegd met de aanbieders Pretium, Tele2, Esprit en NOX, per 4 april 2014. De dienst wordt voortgezet, maar vanaf 5 april met een nieuwe Mantelovereenkomst, wil KPN.
De partijen bestrijden elkaar al enkele jaren, over de hoogte van de tarieven. De voorwaarden komen daar nog bij. De WLR-afnemers noemen die Mantelovereenkomst een aanzienlijke verslechtering, onder meer omdat daarin staat dat KPN gerechtigd is om eenzijdig en met terugwerkende kracht tarieven te verhogen, als dat gevolg is van een besluit van ACM of uitspraak van de rechter. Ze stellen ook dat die overeenkomst door KPN eenzijdig is opgesteld, zonder onderhandelingen met de afnemers.
ACM bemiddelt
De ACM is betrokken bij de geschillen en de beoordeling van de mantelovereenkomst. KPN heeft ACM verzocht om geschilbesluiten te nemen; de afnemers zijn bodemprocedures begonnen. De toezichthouder had een deadline aangegeven van 16 mei voor de geschilbesluiten. Een woordvoerster meldt dat er nog overleg loopt tussen alle betrokken spelers en wil niet inhoudelijk reageren op dat proces. Men hoopt in juli meer duidelijkheid te hebben.
