Marvell heeft een recordomzet gerapporteerd van USD 1,076 miljard voor het tweede kwartaal, een stijging van bijna 50 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Het bedrijf zegt dat de stijging werd gedreven door zijn datacenteractiviteiten, die nu de grootste eindmarkt van Marvell vertegenwoordigen met 40 procent van de totale omzet, gestimuleerd door het momentum in de snelgroeiende markt voor cloudinfrastructuur.
CEO Matt Murphy merkte op dat het bedrijf organische en niet-organische groei realiseerde, geholpen door de overname van Inphi, die in april werd afgerond. De omzet zal naar verwachting blijven stijgen in het derde kwartaal, gedreven door de markt voor clouddatacenters. Murphy ziet ook aanhoudende vooruitgang voor de 5G-activiteiten van het bedrijf, met een sterke opeenvolgende groei en een nog hogere sprong die voor het vierde kwartaal wordt verwacht.
Hogere kosten, betere brutomarge
De bedrijfskosten stegen van USD 500,4 miljoen naar USD 638,5 miljoen, terwijl de gecorrigeerde brutomarge steeg van 63,3 procent naar 64,8 procent. Zowel het bedrijfs- als het nettoverlies namen toe tot USD 266,7 miljoen van een verlies van USD 151,3 miljoen respectievelijk tot USD 276,4 miljoen van een verlies van USD 157,9 miljoen.
De gecorrigeerde nettowinst steeg echter van USD 140,4 miljoen naar USD 283,9 miljoen, terwijl de gecorrigeerde winst per aandeel naar USD 0,34 ging van USD 0,21. Het nettoverlies per verwaterd aandeel ging van een verlies van USD 0,24 naar USD 0,34. Het bedrijf sloot het kwartaal af met 559,6 miljoen USD in contanten, tegenover 831,5 miljoen jaar-op-jaar.
Voor het derde kwartaal gaat het bedrijf uit van een omzet van USD 1,145 miljard, plus of min 3 procent, een aangepaste brutomarge van 64-65 procent, bedrijfskosten van USD 584-594 miljoen, een verwaterd nettoverlies per aandeel van 4 tot 10 cent en een aangepaste winst variërend van een verlies van USD 0,03 tot winst van USD 0,38 per aandeel.
Marvell gaat de volgende keer anders rapporteren, waarbij de inkomsten worden gepresenteerd voor datacenter-, carrierinfrastructuur-, bedrijfsnetwerken-, consumenten- en automotive/industriële eindmarkten, in plaats van de drie productgroepen netwerken, opslag en overig.
