Nederlandse opsporingsdiensten hebben in de tweede helft van 2014 bij Microsoft 381 verzoeken ingediend voor het verstrekken van consumentengegevens. Van alle verzoeken betrof 81,4 procent alleen registratie- en transactiedata, zoals e-mail- en IP-adressen. In de overige gevallen was de data niet langer vindbaar, of weigerde Microsoft gegevens te verstrekken op basis van een eigen juridische toets van de geldigheid van het verzoek. Dat blijkt uit het jaarlijkse Law Enforcement Request Report van Microsoft.
Met het rapport wil Microsoft inzicht bieden in de hoeveelheden politie- en justitieverzoeken overal ter wereld aan Microsoft om gegevens te verstrekken. Vrijdag 27 maart is de laatste versie van dit rapport gepubliceerd, waarbij per land – dus ook Nederland – aangegeven wordt hoeveel verzoeken het betreft. Microsoft benadrukt dat niet éénmaal in Nederland de inhoud van communicatie verstrekt is gedurende de tweede jaarhelft van 2014. Het totaal aantal verzoeken aan Microsoft door de Nederlandse overheid voor heel 2014 (consumentendata) is ten opzichte van 2013 gedaald van 749 naar 734. Wereldwijd daalde het aantal verzoeken ook: van 72.000 naar 65.500.
Microsoft stelt dat zakelijke clouddata nauwelijks verstrekt is. Over de tweede helft van 2014 heeft Microsoft wereldwijd drie verzoeken gekregen om informatie van zakelijke cloudklanten. In één geval is informatie daadwerkelijk verstrekt, maar pas op aangeven van de klant.
Microsoft stelt dat het geven van zoveel mogelijk transparantie over het aantal overheidsverzoeken om data van cloudklanten van groot belang voor vertrouwen is. In een blog pleit de onderneming voor duidelijker regelgeving over wat landen onderling aan gegevens van consumenten en bedrijven mogen verstrekken om zo het vertrouwen in clouddiensten te versterken.
Vorig jaar heeft Microsoft daarom de zogenoemde ‘warrant case’ gestart. Deze zaak begon met het verzoek van de Amerikaanse overheid aan Microsoft om gegevens van een Hotmail-gebruiker te overhandigen voor gebruik bij een opsporingsonderzoek. Die gegevens staan op een Microsoft-server in Ierland. Omdat Microsoft naar eigen zeggen wil afdwingen dat de Amerikaanse overheid altijd de lokale wetgeving – in dit geval Ierland – respecteert bij het opvragen van gegevens die op servers buiten de VS zijn opgeslagen, heeft de onderneming het specifieke verzoek om deze gegevens aangevochten bij een Amerikaanse rechter. Tientallen bedrijven, academici, NGO’s en andere organisaties hebben Microsoft gesteund in deze zaak, waarin de uitspraak waarschijnlijk later dit jaar volgt.
