
Bijna de helft van de Nederlanders heeft zorgen over de gevolgen voor zijn of haar privacy wanneer persoonlijke gegevens of content in de cloud worden opgeslagen. Toch ziet ruim een kwart van de Nederlanders wel een toekomst waarbij hij of zij alle data opslaat in de cloud. Dat blijkt uit cijfers op basis van het Telecompaper Consumer Panel.
Telecompaper heeft respondenten van het Consumerpanel in de periodes juni 2011, juni 2013 en juli 2014 zes stellingen voorgelegd over het gebruik van clouddiensten. Dit ging vooral over de opslag van gegevens in de cloud. Het is verder ook mogelijk om diensten uit de cloud te gebruiken. Bekende voorbeelden zijn Dropbox, Gmail of Windows Live en mobiele apps zoals Instagram.
Er is gedurende de meetperiodes een afname van het aantal respondenten dat zich zorgen maakt over privacygevolgen van de opslag van zaken zoals documenten, foto’s en video’s in de cloud. In juni 2011 was nog 57 procent van de respondenten het (helemaal) eens met de stelling ‘ik maak me zorgen over privacy in de cloud, in juni 2013 was dat 53 procent. In juli 2014 daalde nog 48,5 procent.
Opmerkelijk genoeg vinden respondenten een veel genoemd voordeel van opslag van content in de cloud – toegankelijkheid overal via elk device – minder interessant te worden. In juli 2014 minder zegt 55 procent van de respondenten het (helemaal) eens te zijn met deze stelling, tegen 63 procent in juni 2011. Het aantal respondenten dat het (helemaal) oneens is met de stelling, daalde ook: naar 12 procent in juli 2014 tegen 15 procent in juni 2013.
De respondenten uit het Consumer Panel zijn ook minder enthousiast geworden over het idee dat straks alle gegevens die de bezitten in de cloud staan. Tussen juni 2011 en juni 2013 was er sprake van een sterke groei van het aantal respondenten dat het (helemaal) eens was met deze stelling: van 20 naar 29 procent. In juli 2014 was dit licht afgenomen naar 26 procent.
Zie ook achtergrond-artikel: Enthousiasme voor, afkeer van cloud nemen af.