De OESO (OECD) stelt in zijn Communications Outlook 2013 dat OECD-landen zich ertoe moeten zetten om mobiele markten open en concurrerend te houden om zo innovatie te stimuleren en tegemoet te komen aan de stijgende vraag naar datadiensten.
Volgens de Communications Outlook 2013 stijgt de omzet uit datadiensten met dubbele cijfers in de meeste OECD-landen. In lijn met de sterke groei in draadloze en mobiele internetabonnementen zijn datadiensten nu de grootste bron van inkomsten voor de meeste netwerkoperators.
Het mondiale IP-verkeer groeit met een factor drie tussen 2012 en 2017, blijkt uit recent onderzoek van Cisco. Het IP-verkeer van vast en mobiel samen groeit door naar 1,4 zettabyte per jaar, 1,4 miljard gigabytes in 2017. Het aantal gebruikers groeit in dezelfde periode van 2,3 miljard naar 3,6 miljard. Het aantal aansluitingen groeit van 12 miljard naar 19 miljard, waarbij 49 procent van het verkeer niet meer van pc's afkomstig is (tegen 26 procent nu).
Met de sterke groei komen er ok uitdagingen, zoals gebrek aan capaciteit in het bestaande spectrum. Offloaden van mobiel internet via WiFi moet een grotere prioriteit krijgen. In Nederland werkt KPN samen met het Spaanse Fon om een publiek WiF-netwerk voor klanten te creëren via de routers van KPN-abonnees. T-Mobile wil zijn WiFi-hotspots ook gebruiken om data te offloaden van het mobiele netwerk.
OECD: Groei aantal vaste en mobiele internetverbindingen
De OECD schrijft dat beleidsmakers en toezichthouders zich mogelijk actiever moeten bemoeien met de verdeling van mobiel en draadloos spectrum, iets dat volgens Europees Commissaris Neelie Kroes in de EU nog te fragmentarisch gebeurt. Vooral in landen of gebieden met onvoldoende concurrentie in vaste breedbandverbindingen is toegang tot breedband internet via mobiele netwerken belangrijk.
Het rapport stelt dat behalve connectiviteit zelf het concurrentieniveau op het gebied van diensten kritiek is voor innovatie en economische ontwikkeling. Zo zijn de Franse en Israelische mobiele markten concurrerender geworden met de komst van prijsgerichte mobiele operators (zoals Free in Frankrijk). In Tsjechië en Nederland verwacht de OECD dat de komst van nieuwe netwerkoperators de concurrentie zal vergroten. In Nederland gaat Tele2 vanaf 2014 een4G-netwerk opbouwen en wordt daarmee de vierde Nederlandse MNO. In Canada en de VS hebben toezichthouders fusies (zoals tussen –Mobile USA en AT&T) verboden die een te grote machtsconcentratie zouden opleveren.
De prijzen voor mobiele spraakdiensten zijn in elke categorie gemiddeld sterk gedaald tussen 2010 en 2012. Zo kost een mobiel abonnement voor een laptop tot 500MB per maand nu gemiddeld 13,04 US dollar bekeken over alle OECD-landen (met uitschieters naar 30 dollar in sommige landen). Voor abonnementen tot 10 GB komt een gemiddeld abonnement uit op 37,15 dollar. Een tablet-abonnement tot 250 MB kost gemiddeld 11,02 dollar per maand en een 5GB-tablet-abonnement 24,88 euro.
Met mobiele tarieven zit Nederland in de middenmoot, aldus de OECD. Een bundel met 1GB data en 100 belminuten kost in Nederland zonder toestel ruim 35 euro. De OESO heeft zich bij elk land gebaseerd op de prijs van één aanbieder, bij Nederland is dat Vodafone. Een vergelijkbaar abonnement kost bij T-Mobile in Oostenrijk omgerekend ongeveer 9,50 euro. Entel Movil in Chili rekent meer dan 100 euro voor een vergelijkbaar abonnement. België is gemiddeld iets duurder dan Nederland.
De Communications Outlook 2013 benadrukt verder de noodzaak om snel op alle niveaus van het internet het nieuwe IP-adres protocol IPv6 in te voeren. Zowel in Azië als Europa zijn alle IPv4-adressen inmiddels verdeeld. Over niet al te lange termijn zal hetzelfde gebeuren in Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, met de snelle groei van het aantal mobiele en connected devices. Met IPv6 is er voorlopig een bijna oneindige hoeveelheid IP-adressen beschikbaar.Hoewel inmiddels ruim de helft van alle netwerkapparatuur (zoals routers) geschikt is voor IPv6, sluit minder dan één procent van deze apparatuur aan op een dienst die IPv6 ondersteunt.
Binnen Europa besteden Nederlanders van de 34 OECD-landen het meest aan ICT-en telecomproducten en -diensten. Mondiaal gezien besteden alleen Zuid-Koreanen en Australiërs een groter deel van hun inkomen aan telecom, internet en producten zoals devices Nederlandse huishoudens geven bijna zes procent van hun inkomen uit aan ICT (Zuid-Korea en Australië: ruim zes procent). Luxemburgers staan onderaan de lijst met 2,49 procent van hun inkomen.
