
De overheid gaat bedrijven en lagere overheden helpen om netwerk- en informatiebeveiliging op orde te krijgen. Dat schrijft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aan de Eerste Kamer. De Senaat behandelt de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) dat de Europese richtlijn omzet in de Nederlandse wet.
Het NCSC, onderdeel van het ministerie, zal algemene adviezen en handelingsperspectieven aanreiken, maar ook overheidsdiensten en bedrijven gericht helpen. De strengere normen voor netwerk- en informatiebeveiliging gelden voor de overheid zelf, evenals voor het lijstje bedrijven die onmisbare infrastructuur leveren: zoals telecomaanbieders en ICT-bedrijven.
De betrokken aanbieders blijven zelf primair verantwoordelijk voor het beveiligen van hun informatiesystemen. Het uitvoeren van nulmetingen en andere assessments door het NCSC ligt niet voor de hand.
Overheid richt twee crisisdiensten in
De Europese richtlijn (2016/1148) introduceert ook een nieuwe term: computer security incident response team (CSIRT). Het ministerie van Justitie legt die taak neer bij het al bestaande NCSC. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) wordt het CSIRT voor digitale dienstverleners (DSP’s).
De richtlijn moest uiterlijk op 9 mei 2018 geïmplementeerd zijn, maar het is niet ongebruikelijk dat een lidstaat de deadlines van Brussel (net) niet haalt.