
Nederlanders gebruiken hun tablets steeds intensiever. In het afgelopen jaar is de gemiddelde tijd per dag per tabletbezitter toegenomen van 40 naar 66 minuten, een groei van 65 procent. Dat blijkt uit de tweede editie van de Samsung technologiebarometer. Er zijn voor het onderzoek naar technologiegebruik, gewoonten en uitgavepatronen 18.000 mensen in 18 landen ondervraagd, waaronder Nederland.
Uit de studie blijkt verder dat Nederlanders ook steeds meer tablets bezitten, inmiddels gemiddeld anderhalve tablet per huishouden. Een jaar geleden, bij het verschijnen van de eerste editie van de Samsung Technologiebarometer, was dat gemiddeld minder dan één tablet. Ter vergelijking: volgens GfK bezit 65 procent van de Nederlanders boven de 13 jaar een tablet. Uit cijfers van Telecompaper blijkt dat tablet-bezitters gemiddeld 10 uur per week hun tablet gebruiken.
E-mail is volgens Samsung op de tablet de meest gebruikte toepassing met 67 procent, zoeken op internet volgt met 61 procent. Het onderhouden van contacten via sociale media (54%) en het gebruik van apps (48%) zijn ook populaire bezigheden. Vrouwen hebben daarbij een lichte voorkeur voor sociale media, terwijl mannen de tablet iets vaker voor (andere) apps gebruiken.
De jaarlijkse Samsung technologiebarometer stelt vast dat technologie in huishoudens een steeds prominentere plek inneemt. De privé-omgeving telt elk jaar meer apparaten - zoals tablets, smartphones maar ook smart home apparatuur – die ook steeds vaker gebruikt worden. Samsung wijst op onderzoek van Gartner, dat verwacht dat in 2020 de meeste elektronische apparaten in huis met het internet verbonden is. Wereldwijd bezit iedereen dan minstens drie verbonden devices.
Een gemiddeld Nederlands huishouden telt 18 elektronische apparaten, een toename van 3,6 procent ten opzichte van 2014. De mensen in deze huishoudens gebruiken alle apparaten samen gemiddeld bijna 15 uur per dag, ruim drie uur meer dan in 2014. Onderzoeksbureau Lightspeed GMI benaderde voor de technologiebarometer van Samsung in elk land ten minste duizend respondenten en hanteerde specifieke wegingsfactoren per land. Ook in Nederland zijn 1.000 respondenten ondervraagd.