Spanje heeft een pakket wijzigingen op de telecommunicatiewet uit 2003 door het parlement geloodst, na een omvangrijke stemmingsronde. Er zijn 179 amendementen aangenomen, waarvan 34 in de Senaat. Het moet voor aanbieders makkelijker worden om te investeren in glasvezel en 4G.
Het land wil verder bereiken dat in 2017 alle huishoudens internet met minstens 10 Mbps krijgen. In 2020 moet dat gestegen zijn naar 30 Mbps. Dat jaar moet ook de helft van de huishoudens de beschikking hebben over 100 Mbps. De Spaanse regering werkt samen met de autonome lagere overheden aan plannen om 30 Mbps uit te breiden naar alle publieke instellingen, zoals universiteiten, scholen en bibliotheken.
De toezichthouder, CNMC, kan sneller en hogere boetes opleggen. De maximale dwangsom is voortaan 30.000 euro per dag en boetes voor zware of zeer zware overtredingen worden gebaseerd op de omzet, tot een maximum van 20 miljoen euro. De ACM heeft zo’n maximum niet: vorig jaar werd aan KPN een boete opgelegd van bijna 30 miljoen euro voor overtredingen rond OT2010.
De doelstellingen van de Spaanse regering zijn in lijn met de Digitale Agenda van de Europese Commissie. Andere landen leggen de lat overigens hoger. De Zweedse overheid wil dat anno 2020 90 procent van de huishoudens en bedrijven toegang heeft tot breedband met een snelheid van minstens 100 Mbps.
