
Nederland zit in de voorhoede bij de voorbereiding voor het gebruik van het nieuwe internetprotocol IPv6. Dat blijkt uit een eerste onderzoek naar IPv6 dat onderzoeksinstituut TNO in de periode januari-april 2010 heeft uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. Hoewel het gebruik nog laag is, blijkt uit het toenemend aantal aangevraagde adressen dat het bewustzijn wel toeneemt. Het is echter nog onduidelijk op welke schaal daadwerkelijk voorbereidingen worden getroffen om het nieuwe internetprotocol in te voeren.
Overschakeling van IPv4 naar IPv6 is noodzakelijk daar het aantal beschikbare IPv4-adressen snel afneemt. De huidige voorspellingen laten zien dat er momenteel nog maar zeven procent van de IPv4-adressen beschikbaar is. Bij de huidige groei van het internet zijn deze in september 2011 op. Tot eind 2009 had Nederland in totaal 23 miljoen IPv4-adressen aangevraagd, waarvan 2 miljoen in 2009. Deze groei is toe te schrijven aan de opkomst van mobiele toepassingen die naar verwachting blijft doorzetten.
Vooral in internetmarkten met een hoge internetpenetratie, West-Europa en Noord-Amerika, is het aantal IPv6-aanvragen sterk gegroeid. Nederland heeft in de afgelopen twee jaar met ruim drie miljoen aanvragen een plek verworven in de mondiale top 10 van landen met het grootst aantal aangevraagde IPv6-adressen. Het marktaandeel van IPv6-geschikte besturingssystemen is op dit moment ongeveer 50 procent. TNO stelt in haar onderzoek dat het uitblijven van een IPv6-verbinding en aanbod van diensten en content een grote belemmering kan vormen voor de uitrol van IPv6 in Nederland.