
In Vlaanderen worden de komende periode 2.500 IoT sensoren geplaatst waarmee informatie over de kwaliteit en kwantiteit van de watervoorziening verzameld gaat worden. De data wordt verwerkt door een zelflerend en voorspellend systeem om beter te kunnen inspelen en handelen wanneer eventuele wateroverlast, -schaarste of verontreiniging geconstateerd wordt.
Met het Internet of Things project, dat de naam Internet of Water draagt en medio vorig jaar aangekondigd werd, is een investering van EUR 9 miljoen gemoeid. Onder andere voor de aanschaf en plaatsing van 2.500 sensoren, verspreid over heel Vlaanderen, waarmee de benodigde data gemeten en verzameld kan worden, zo meldt Computable. De kleine, energiezuinige IoT sensoren verzamelen gegevens over de waterkwaliteit, het bodem-, grond-, oppervlakte waterniveau en gezuiverd rioolwater. De gegevens worden in kaart gebracht. Aangevuld met historische data worden zelflerende voorspellingen berekend die het beheer van waterreserves in relatie tot de vraag naar water moeten verbeteren.
De vijf partners van het project - VITO, De Watergroep, Aquafin, imec en Vlakwa - hebben ook de ambitie om van Vlaanderen de internationale koploper te maken inzake slim waterbeheer via de toepassing van innovatieve digitale technologieën.