
Het gebruik van internetprotocol IPv6 is 20 jaar na de introductie nog altijd niet boven de 10 procent uitgekomen. Google stelde eind december dat van alle IP-adressen er 9,98 procent op IPv6 gebaseerd zijn. De reden voor de introductie van IPv6 was dat er veel meer IP-adressen mogelijk zijn met dit protocol.
Het merendeel van alle devices met een IP-adres maakt nog gebruik van het oorspronkelijke IPv4-protocol. Er zit wel een duidelijke groei in het IPv6-gebruik, namelijk vier procentpunten het afgelopen jaar. De komende jaren zal de groei naar verwachting met een factor 2,5 per jaar blijven toenemen, aangezien de voorraad IPv4-adressen zo goed als opgebruikt is.
IPv6 is onder andere ontwikkeld om de beperkingen en tekortkomingen van IPv4 te verhelpen. Met name het tekort aan beschikbare IP-adressen levert - met het toenemend aantal mobiele devices, M2M-verbindingen en andere IoT-verbonden devices en sensors - een enorm probleem op. Binnen de 32-bits systematiek van IPv4 zijn ongeveer 4 miljard adressen beschikbaar. IPv6 is op 128 bits gebaseerd en biedt een vrijwel onuitputtelijke voorraad aan IP-adressen. Op 3 februari 2011 heeft de Internet Assigned Numbers Authority (IANA) de laatste IPv4-adresblokken toegewezen.