
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) moet sneller werken, minder informeel worden. Dat zegt ACM-collegevoorzitter Martijn Snoep in een interview in NRC Handelsblad. Het aantal boetes gaat omhoog, voorspelt hij.
Martijn Snoep maakte carrière bij en klom op tot bestuursvoorzitter van het grote advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek, voordat hij per 1 september 2018 de ACM ging leiden. Snoep is de opvolger van Chris Fonteijn.
Fonteijn stond bekend als voorstander van een meer informele vorm van toezicht. De ACM onderzocht kartelvorming of andere ongeoorloofde praktijken, maar koos niet altijd voor handhaving. De ACM riep directeuren van bedrijven op het matje voor een ‘normoverdragend' gesprek of ‘wenkbrauwgesprek’.
Kritiek over ‘softe’ ACM
In dat gesprek bleef het vervolgens bij een waarschuwing, zonder formele status in het bestuursrecht en zonder publiciteit. Experts uit het veld noemen de ACM onzichtbaar, meldde het FD vorig jaar vanaf een belangrijk jaarlijks congres over mededinging.
Snoep zegt dat hij ‘intern het gesprek is aangegaan’ over de vraag of de ACM te soft is geworden. “In de buitenwereld is de perceptie ontstaan dat de nadruk op informele handhaving ligt. Natuurlijk hoef je er niet altijd met boetes op te slaan, maar als scheidsrechter moet je ook af en toe een gele en rode kaart trekken.”
Het aantal boetes gaat omhoog, voorspelt Snoep. Maar: in sommige gevallen kan een waarschuwing voldoende zijn om een verandering te bereiken, in plaats van een langdurige slag bij de rechter. Snoep noemt daarbij een casus met naam en toenaam: de Nederlandse Orde van Advocaten, die bemiddelingswebsites wilde beperken.
‘Houd internetplatforms in de gaten’
In het algemeen stelt Snoep dat de autoriteiten heel voorzichtig moeten zijn met bedrijfsfusies, zeker als daarmee een monopolist kan ontstaan in een traditionele sector. Over de interneteconomie zegt hij dat er ‘winner takes all’ effecten kunnen optreden, waardoor een internetbedrijf een monopolie opbouwt of een poortwachter wordt waar niemand omheen kan. Hij stelt dat bedrijven als Google, Facebook of Uber nog niet zo sterk zijn, maar dat de EU dat heel goed in de gaten moet houden.