
Apple heeft haar assemblagebedrijven Foxconn en Pegatron in juni onderzoek laten doen naar de mogelijkheden om de productie van Apple producten te verplaatsen naar de Verenigde Staten, melden anonieme bronnen aan Nikkei. Het onderzoek werd verricht naar aanleiding van de plannen van presidentskandidaat Donald Trump om forse protectionistische maatregelen in te gaan voeren om de Amerikaanse economie en werkgelegenheid te beschermen.
Foxconn, dat voor meer dan 50 procent van haar omzet afhankelijk is van Apple, had naar verluidt geen probleem met de verplaatsing van de productie naar de Verenigde Staten maar calculeerde dat dit wel tot een verdubbeling van de kosten voor Apple zou leiden. Pegatron zou de stap om de productie naar de VS te verplaatsen vanuit kostenoogpunt niet aandurven.
Hogere importheffingen
Met de verkiezing van Donald Trump als nieuwe president van de Verenigde Staten is de kans aanwezig dat er in de komende tijd meer protectionistische maatregelen genomen zullen worden. Trump noemde in zijn verkiezingsprogramma reeds het plan om de importheffingen op producten uit China fors te verhogen. Trump hekelt het feit dat veel Amerikaanse bedrijven hun productie en daarmee ook de werkgelegenheid volledig hebben verplaatst naar het buitenland. Veel regio's in de Verenigde Staten kampen hierdoor met hoge werkloosheidscijfers.
Protectionistische maatregelen zoals importheffingen zouden het voor bedrijven weer aantrekkelijk moeten maken om producten in de Verenigde Staten te produceren. Economen waarschuwen echter dat dit zal leiden tot fors hogere kosten en stijging van prijzen voor goederen. Of de plannen van Trump uiteindelijk echt voor meer werkgelegenheid zullen zorgen, wordt derhalve betwijfeld.